1A1 Nederlands woensdag 3 november

Deze les
Helaas ben ik vandaag afwezig. Jullie hebben volgende week woensdag een proefwerk over H1 formuleren en H1+H6 spelling, dus jullie kunnen wel aan de slag. 

Doorloop deze LessonUp. Succes!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze les
Helaas ben ik vandaag afwezig. Jullie hebben volgende week woensdag een proefwerk over H1 formuleren en H1+H6 spelling, dus jullie kunnen wel aan de slag. 

Doorloop deze LessonUp. Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kan punten, vraagtekensuitroeptekens, komma's, de dubbele punt en aanhalingstekens juist gebruiken.

Je kan het verschil tussen de directe rede en indirecte rede uitleggen.





Slide 2 - Tekstslide

Welke zin staat er in de directe rede?
A
Mijn vader zegt dat hij morgen thuiskomt.
B
Mijn moeder roept: 'Kom direct thuis!'
C
Het meisje vertelt mij dat ze morgen jarig is.
D
Simon vertelde mij dat hij gister ziek was.

Slide 3 - Quizvraag

Bij welke zin is de directe rede goed gebruikt?
A
Jan zei dat hij ziek was.
B
Jan zei: dat hij ziek was.
C
Jan zei: "Ik ben ziek."
D
"Jan zei ik ben ziek"

Slide 4 - Quizvraag

Welke zin in de directe rede is niet correct geschreven?
A
"Kook jij vanavond?", vroeg Kees aan Ko.
B
Ko vroeg aan Kees: "Kook jij vanavond"?
C
"Kees," vroeg Ko, "kook jij vanavond?"

Slide 5 - Quizvraag

Aan de slag! 
WAT
Blz.194/195 H6 spelling opdracht 4 t/m 6
HOE
In je schrift.
HOE LANG
X
KLAAR
Nakijken (Teams) / trainen H1 of H6 spelling via NN online / werkblad maken om te oefenen (Teams) 
Waar je moet zijn in Nieuw Nederlands online zie je op de volgende dia. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Ga via SOM naar leermiddelen. Klik op Nieuw Nederlands. 
Zorg dat je het goede boek gebruikt (1vwo+). 
Je kan naar H1 of naar H6. Helemaal rechts klik je op 'trainen'.
Hier kun je trainen met H1 formuleren, H1 spelling. 
Je kan in de groene balk ook klikken op H6 en dan rechts op 'trainen' klikken. Dan train je met H6 spelling. 
Succes!!

Slide 8 - Tekstslide

Ben je helemaal klaar? Heb je genoeg getraind? Het werkblad ook al gemaakt? Ga dan verder met deze LessonUp. Het volgende stuk gaat namelijk over werkwoordspelling. Dit komt niet in de toets van volgende week. 

Slide 9 - Tekstslide

H1 Werkwoordspelling (niet voor de toets)

Slide 10 - Tekstslide

Op de volgende dia's zie je afbeeldingen. Hier staat een werkwoordspellingsfout in. Kun jij hem vinden?!

Slide 11 - Tekstslide


Slide 12 - Open vraag


Slide 13 - Open vraag


Slide 14 - Open vraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • Persoonsvorm = altijd een werkwoord
  • Geeft de tijd en het getal aan  
  • Je gaat uit van de ik-vorm 



vertellen - Jij vertelt dat toch niet door? 

Slide 15 - Tekstslide

Ik-vorm
  • Infinitief = hele werkwoord
  • Je vindt de ik-vorm door van het infinitief -en weg te laten. Bijvoorbeeld: drinken --> drink 
    - Soms moet je een extra letter weglaten of toevoegen. 
    redden --> ik re
    laden --> ik laa
    - Soms verandert er een letter.  
    schrijven --> ik schrij

Slide 16 - Tekstslide

Pvtt schrijven


Ik-vorm
ik-vorm + t
meervoud 

Slide 17 - Tekstslide

Pvtt schrijven


Ik-vorm --> ik laad
ik-vorm + t --> hij laadt
meervoud --> wij laden

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

De ballon (belanden) in de boom.

Slide 22 - Open vraag

Ik (vinden) er niets aan.

Slide 23 - Open vraag

De kip (broeden) al 2 weken.

Slide 24 - Open vraag

Ik (aanvaarden) jouw voorstel.

Slide 25 - Open vraag

Hij (aanvaarden) het niet.

Slide 26 - Open vraag

(Houden) jij ook van nasi?

Slide 27 - Open vraag

Hij (schelden) iemand uit.

Slide 28 - Open vraag

Je mag al aan de slag met de opdrachten van H1 spelling werkwoorden. 

Tot volgende week! 

Slide 29 - Tekstslide