Commercieel 2 les 1HODE 15-6-2022

Wat gaan we doen?
Quiz - uitleg brutorendementsgetal winkel en schap
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Quiz - uitleg brutorendementsgetal winkel en schap

Slide 1 - Tekstslide

Welk bedrijf heeft een diep assortiment?
A
Hema
B
Kruidvat
C
Jeans Centre
D
Ah To Go

Slide 2 - Quizvraag

Substitutie of complementair?
Warme chocomelk en slagroom
A
Substitutie
B
Complementair

Slide 3 - Quizvraag

Substitutie of complementair?
Sloffen en dikke sokken
A
Substitutie
B
Complementair

Slide 4 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij de winkelformule?
A
De retailmix
B
De marktpositie
C
De doelgroep
D
E-commerce

Slide 5 - Quizvraag

Trading up & Trading down
Up --> duurder product toevoegen    #imago
Down --> goedkoper product toevoegen  # nieuwe klanten

Slide 6 - Tekstslide

Een winkel voegt goedkopere producten toe aan het assortiment om nieuwe klanten te trekken.
A
Kannibalisatie
B
Grading down
C
Trading down
D
Trading up

Slide 7 - Quizvraag

Rendement van een assortiment
Hoeveel winst maak ik op een artikel?

Hoe hoger het getal, hoe meer je van dat product wil verkopen!


250%   =   €2,50 winst per euro
Laag getal? Minder voorraad of artikel uit assortiment halen

Slide 8 - Tekstslide

Rendement van een assortiment
Formule = brutowinst : gemiddelde voorraad x 100%

Voorbeeld: 
De brutowinst is €15.000 en de gemiddelde voorraad is €6.500.
Bereken het brutorendement.

15.000 : 6.500 x 100 = 230,8%

Slide 9 - Tekstslide

Een retailer wil het brutorendementsgetal van een artikelgroep weten. Zijn gemiddelde inkoopwaarde van de voorraad is €210 en de brutowinst is €128,84. Bereken het brutorendementsgetal.

Slide 10 - Open vraag

Brutorendementsgetal 
Wat doe je als de gemiddelde voorraad onbekend is?

Formule = Omloopsnelheid x brutowinst in % van inkoop

Omloopsnelheid = aantal keer verkopen van je voorraad.


Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Lisa verkoopt haar voorraad 12,5 x per jaar. Op de inkoopwaarde zit altijd zit een gemiddelde brutowinst van 61,35%

Bereken het brutorendementsgetal.

Formule = omloopsnelheid x brutowinst in % van de inkoop
12,5 x 61,35 = 766,9%

Slide 12 - Tekstslide

De inkoopwaarde van de omzet is €2.750.000. De brutowinst is €1.852.000 en de omloopsnelheid 9.
Bereken het brutorendementsgetal.

Slide 13 - Open vraag

Schaprendement
Hoeveel winst per meter?

Brutowinst van een artikelgroep : aantal meter schap

welke artikelen hebben het meeste rendement?

Slide 14 - Tekstslide

voorbeeld
Rijst & deegwaren neemt 6 meter schap in beslag. De omzet van rijst- en deeg-waren in een supermarkt is €728.000 per jaar.
De brutowinst is 4.1%

Brutowinst = (€728.000 : 100) x 4,1 = €29.848
Schaprendement = €29.848 : 6 = €4.974,66

Slide 15 - Tekstslide

Frisdrank neemt 8 meter schap in beslag. De omzet van frisdrank in een supermarkt is €1.128.000 per jaar.
De brutowinst is 5 %
Bereken het schaprendement op frisdrank.

Slide 16 - Open vraag