Fictieopdracht 1 (26/10)

Welkom!

Leg je telefoon in de telefoontas en ga rustig zitten op je plek. 


1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Leg je telefoon in de telefoontas en ga rustig zitten op je plek. 


Slide 1 - Tekstslide

Fictieopdracht 1 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Uitleg fictieopdracht
- Werken aan de opdracht

Aan het einde van de les ben je begonnen met je fictieopdracht. 

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg opdracht

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg
Voor de herfstvakantie heb je een boek gelezen. Van dit boek maak je in deze periode een poster. Op deze poster vergelijk je de held in jouw verhaal met de schurk. Het kan zijn dat de schurk in jouw verhaal geen personage is. Dan moet je kijken naar wat jouw hoofdpersoon wel tegenwerkt, misschien een situatie of wellicht werkt de held zichzelf tegen. 

Verder typ je ook een beoordeling op Hebbanindeklas.nl voor jouw gekozen boek.

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg
Stap 1: Pak een A3-blad. Je verdeelt het blad in twee delen. Noteer je naam en klas op de poster. 

Stap 2: Vul in ieder van de vakken één van de onderdelen in. Houd wat ruimte bovenin over voor deel 1. 
1. Informatie over het boek
    Vermeld de titel en de schrijver van je roman bovenaan je boek.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg
2. De held/ de hoofdpersoon
    Schrijf een goedlopende tekst over jouw hoofdpersoon van minimaal 200 woorden.
    a. Wie is jouw held? Wat is de naam en leeftijd?
    b. Hoe ziet je personage er uit? Wat is het uiterlijk? Wat voor een kleding draagt hij of zij? Voeg      een afbeelding van je personage toe. Dit mag een gekozen foto van het internet zijn, of je     
    tekent zelf iets.
    c. Wat voor een karaktereigenschappen heeft je personage? Hoe is hij of zij naar andere       
    personages toe? Geef twee voorbeelden uit het boek waaruit blijkt hoe het personage is.
    d. Wat is het doel van je held? Wat wil hij of zij bereiken aan het eind van het boek?

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg
3. De schurk
    Dit is de persoon of situatie die jouw held ervan weerhoudt zijn of haar doel te bereiken. Zijn er
    meerdere schurken? Kies dan de meest belangrijke uit. Schrijf een goedlopende tekst over
    jouw schurk van minimaal 200 woorden.
    a. Wie is jouw schurk? Wat is de naam en leeftijd?
    b. Hoe ziet je personage of situatie er uit? Beschrijf zo gedetailleerd mogelijk wie de schurk is.
    Voeg een afbeelding toe. Dit mag een gekozen foto van het internet zijn, of je tekent zelf iets.
    c. Beschrijf hoe de persoon of de situatie jouw held tegenwerkt. Geef hierbij twee voorbeelden
    uit het boek. Je mag hierbij citeren (letterlijk overnemen) maar doe dit wel met
    “aanhalingstekens”.


Slide 8 - Tekstslide

Uitleg
Je mag de poster verder zelf versieren met tekeningen, afbeeldingen of stickers, zoals jij het graag zou willen. Als je klaar bent, lever je de poster in bij je docent.

Stap 3: Zou je dit boek aanbevelen aan je klasgenoten? Waarom wel, of waarom niet. Leg dit uit in minimaal 100 woorden. Probeer je beoordeling te structureren met drie duidelijke, losstaande argumenten (redenen waarom het boek gelezen moet worden of juist niet).
Post je beoordeling op Hebbanindeklas.nl. Beoordeel het boek ook met sterren.


Slide 9 - Tekstslide

Werken aan de opdracht 
Wat? De fictieopdracht 
Hoe? Zelfstandig 
Tijd? Tot het einde van de les (het is huiswerk voor 8 november)
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs 
Klaar? Maak ander huiswerk of lees verder in je leesboek 
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk 
Voor donderdag 9 november moet de fictieopdracht af zijn.

Je levert je A3 dan bij mij in. 

Je mag het ook eerder inleveren.

Schrijf dit op in je plenda!

Slide 11 - Tekstslide