Hartfalen en hartritmestoornissen

GMK
Hartfalen
Hartritmestoornissen 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeneesmiddelenkennisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

GMK
Hartfalen
Hartritmestoornissen 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Aan het begin van de video wordt een oorzaak van hartfalen genoemd. Welke en verklaar dit

Slide 3 - Open vraag

Antwoord
Hartinfarct. Na een hartinfarct is een deel van de hartspier afgestorven waardoor het hart beschadigd is. Het hart kan dus niet meer het benodigde vermogen leveren om het bloed goed rond te pompen.

Slide 4 - Tekstslide

Noem drie verschijnselen van hartfalen

Slide 5 - Open vraag

Antwoord
Door ophoping van bloed in de longen: benauwdheid en kriebelhoest
Door ophoping van bloed in het lichaam: vochtophoping (oedeem) wat dikke enkels en buikklachten geeft
Vermoeidheid bij inspanning, later zelfs in rust.

Slide 6 - Tekstslide

Welke vier niet medicamenteuze adviezen worden in de video genoemd?

Slide 7 - Open vraag

Antwoord
zoutbeperking
niet roken
alcoholbeperking
vochtbeperking
bewegen zoveel als mogelijk

Slide 8 - Tekstslide

Behandeling hartfalen
Gericht op:
  • Verlaging van de weerstand in de bloedvaten -> door verlaging van de bloeddruk -->  spanning in de wand verlagen of verminderen hoeveelbloed: ACE remmers en Diuretica
  • Vergroten van de hartkracht: hartglycosiden: Digoxine: versterking van de contractiekracht van het hart. Hierdoor worden het slagvolume en het hartminuutvolume vergroot; 

Slide 9 - Tekstslide

Digoxine heeft een smalle therapeutische breedte en een lange halfwaardetijd, leg uit....

Slide 10 - Open vraag

Begrippen

  •  Smalle therapeutische breedte - gnm. waarbij er een klein verschil zit tussen de werkzame en de toxische dosis
  • De halfwaardetijd is de tijd die nodig is om de hoeveelheid van het geneesmiddel in het bloed te halveren, bij digoxine duurt dit dus lang.

Hierdoor dus gevaar voor overdosering!!

Slide 11 - Tekstslide

Bij welke hartaandoening is er iets mis met de elektrische prikkels?
A
Hartfalen
B
Hartritmestoornis
C
Angina pectoris

Slide 12 - Quizvraag

Hartritmestoornissen
Stoornis in de prikkelgeleiding van het hart.
Behandeling vaak combi met antistollingsmiddel vanwege, door de ritmestoornis, een verhoogd risico is op trombose in de hartboezems.

Behandeling: Bètablokkers, calciumantagonisten en hartglycosiden

Slide 13 - Tekstslide

Voor welke indicatie wordt digoxine gebruikt
A
Angina pectoris
B
Hartfalen
C
Hypertensie
D
Hypercholesterolemie

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

casus
Casus: Hartritmestoornissen bij een 68-jarige patiënt
Achtergrond:
De 68-jarige meneer Janssen komt op de Spoedeisende Hulp (SEH) met klachten van hartkloppingen, duizeligheid en kortademigheid. Hij heeft een voorgeschiedenis van hypertensie en diabetes type 2. Meneer Janssen gebruikt momenteel metformine 850 mg tweemaal daags en amlodipine 5 mg eenmaal daags.





Slide 16 - Tekstslide

Onder welke groep van amlodipine?
A
bètablokker
B
ace-remmers
C
calciumantagonist
D
diuretica

Slide 17 - Quizvraag

casus
Presentatie:
Bij aankomst is zijn hartslag onregelmatig met een frequentie van 140 slagen per minuut. Zijn bloeddruk is 132/85 mmHg. Er worden geen acute neurologische afwijkingen gevonden. Het ECG toont een onregelmatig, smal QRS-complex zonder duidelijke P-toppen, passend bij atriumfibrilleren.

Slide 18 - Tekstslide

een ander woord voor atriumfibrilleren is
A
boezemfibrilleren
B
kamerfibrilleren
C
ventrikelfibrilleren

Slide 19 - Quizvraag

casus
Behandeling:
Na overleg met de cardioloog wordt besloten tot de volgende aanpak:
Frequentiecontrole:
Meneer Janssen krijgt een intraveneuze bolus van metoprolol 5 mg, gevolgd door een onderhoudsdosering van metoprolol 50 mg tweemaal daags.


Slide 20 - Tekstslide

Onder welke groep van metoprolol?
A
bètablokker
B
ace-remmers
C
calciumantagonist
D
diuretica

Slide 21 - Quizvraag

casus
Antistolling:

Gezien het verhoogde risico op trombo-embolieën  wordt gestart met een directe orale anticoagulantia, namelijk apixaban 5 mg tweemaal daags.


Slide 22 - Tekstslide

casus

Eventuele cardioversie:
Indien de symptomen aanhouden en de frequentiecontrole onvoldoende effect heeft, wordt elektrische cardioversie overwogen.

Slide 23 - Tekstslide

Wat zou jij veranderen bij mevrouw V.?

Slide 24 - Open vraag