Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
par 6.2 juist
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe je de weerstand van een draad bepaalt.
Je kunt berekeningen maken met het verband tussen weerstand, spanning en stroomsterkte.
Je kunt uitleggen wanneer voor een component de wet van Ohm geldt.
Je kunt de verandering van de weerstand van een NTC bij veranderende temperatuur benoemen.
Je kunt de verandering van de weerstand van een LDR bij veranderende lichtsterkte benoemen.
Je kunt de weerstand van een draad berekenen. (plusstof)
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe je de weerstand van een draad bepaalt.
Je kunt berekeningen maken met het verband tussen weerstand, spanning en stroomsterkte.
Je kunt uitleggen wanneer voor een component de wet van Ohm geldt.
Je kunt de verandering van de weerstand van een NTC bij veranderende temperatuur benoemen.
Je kunt de verandering van de weerstand van een LDR bij veranderende lichtsterkte benoemen.
Je kunt de weerstand van een draad berekenen. (plusstof)
Slide 1 - Tekstslide
weerstand
Slide 2 - Tekstslide
Weerstand van een draad
Is afhankelijk van de
lengte
en
doorsnede
en het
materiaal
grotere doorsnede → minder weerstand
langere draad → meer weerstand
Slide 3 - Tekstslide
Verband tussen spanning en stroom bij een weerstand.
Slide 4 - Tekstslide
Verband tussen spanning en stroom bij een lampje.
Slide 5 - Tekstslide
De wet van Ohm
R
=
I
U
w
e
e
r
s
t
a
n
d
=
s
t
r
o
o
m
s
t
e
r
k
t
e
s
p
a
n
n
i
n
g
R weerstand in Ohm ( )
U spanning in Volt (V)
I stroomsterkte in Ampère (A)
Ω
Als de temperatuur geen rol speelt:
Een recht evenredig verband tussen spanning en stroom
Slide 6 - Tekstslide
Paragraaf 5.2
Weerstand deel 2
LDR en NTC
Slide 7 - Tekstslide
Autmatische schakelingen.
INPUT
-VERWERKING-OUTPUT
Je houdt je hand bij de kraan.
Een sensor 'voelt' dat.
Slide 8 - Tekstslide
Autmatische schakelingen.
INPUT-
VERWERKING
-OUTPUT
De sensor stuurt een signaal
naar een schakelaar.
Slide 9 - Tekstslide
Weerstand
Hoe hoger de temperatuur des te hoger de weerstand.
Als de weerstand R toe neemt, dan neemt de stroomsterkte I af.
Slide 10 - Tekstslide
Autmatische schakelingen.
INPUT-VERWERKING-
OUTPUT
Het water stroomt uit
de kraan.
Slide 11 - Tekstslide
bijzondere weerstanden
er zijn bijzondere weerstanden
- de NTC
bij deze weerstand neemt de weerstand af als de temperatuur toeneemt
Slide 12 - Tekstslide
De NTC-weerstand.
NTC staat voor negatieve (weerstands) temperatuurcoefficent
De weerstandswaarde
kleiner
wordt als de temperatuur
stijgt
.
Deze weerstand wordt vaak gebruikt in een temperatuursensor.
Slide 13 - Tekstslide
SENSOREN
lichtsensor
temperatuursensor
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Automatische
schakelingen met een LDR?
Slide 16 - Tekstslide
LDR
L
IGHT
-D
EPENDENT
-R
ESISTOR
LICHTSENSOR
weinig licht -> hoge weerstand (R) -> weinig stroom (I)
veel licht -> kleine weerstand (R) -> veel stroom (I)
Slide 17 - Tekstslide
NTC
Negatieve Temperatuur Coëfficiënt
TEMPERATUURSENSOR
(temperatuurgevoelige weerstand)
Hoge temperatuur -> lage weerstand -> veel stroom
Lage temperatuur -> hoge weerstand -> weinig stroom
Slide 18 - Tekstslide
Automatische schakelingen
met een NTC??
Slide 19 - Tekstslide
Stroom begrenzen
Als er stroom loopt door de NTC, wordt de NTC warmer. Daardoor wordt de meting minder nauwkeurig.
Oplossing: een gewoon weerstandje in serie met de NTC.
Slide 20 - Tekstslide
Waarop reageert een LDR
A
op licht, hoe meer licht hoe lager de weerstand
B
op licht, hoe minder licht hoe lager de weerstand
C
op temperatuur, bij een hogere temperatuur is de weerstand lager
D
op temperatuur, bij een lagere temperatuur is de weerstand hoger
Slide 21 - Quizvraag
Waarop reageert een NTC
A
op licht, hoe meer licht des te lager is de weerstand
B
op licht, hoe minder licht des te lager is de weerstand
C
op temperatuur, hoe hoger de temperatuur hoe lager de weerstand
D
op temperatuur, hoe lager de temperatuur hoe hoger de weerstand
Slide 22 - Quizvraag
Wat betekent NTC
A
Niet te concentreren
B
Nader te communiceren
C
Negatief te communiceren
D
Negatieve Temperatuur Coëfficiënt
Slide 23 - Quizvraag
Wat betekent LDR
A
Licht Door Resistent
B
Light Dependant Resistor
C
Ligt Daar te Rusten
D
Langs De Regenboog
Slide 24 - Quizvraag
Als er licht schijnt op een LDR wat gebeurt er dan
A
Niets
B
De weerstand wordt groter
C
De weerstand wordt kleiner
Slide 25 - Quizvraag
Als de temperatuur toeneemt bij een LDR wat gebeurt er dan
A
Niets
B
De weerstand wordt groter
C
De weerstand wordt kleiner
Slide 26 - Quizvraag
Als de temperatuur toeneemt bij een NTC wat gebeurt er dan?
A
Niets
B
De weerstand wordt groter
C
De weerstand wordt kleiner
Slide 27 - Quizvraag
Als er licht schijnt op een NTC wat gebeurt er dan
A
Niets
B
De weerstand wordt groter
C
De weerstand wordt kleiner
Slide 28 - Quizvraag
OPDRACHT
Kijk naar de extra uitleg in de volgende video.
Maak de vragen van par. 5.2 helemaal af.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Meer lessen zoals deze
Hoofdstuk 5 par. 2 Weerstand deel 2
Juni 2020
- Les met
30 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 5.4 Automatische schakelingen
December 2022
- Les met
20 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 5 par.4 Automatische schakelingen Deel-1
April 2021
- Les met
20 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 5 par. 2 Weerstand deel 2
Augustus 2023
- Les met
44 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
5.2 Weerstand
Juli 2022
- Les met
14 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
5.2 Weerstand
Februari 2020
- Les met
28 slides
Natuurkunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
5.2 Weerstand
Augustus 2024
- Les met
16 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Hoofdstuk 5 par.4 Automatische schakelingen Deel-1
April 2023
- Les met
18 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3