Betrekkelijke voornaamwoorden
Kunnen verwijzen naar een woord dat eerder in de zin genoemd is. Het woord waarnaar verwezen wordt, noemen we het Antecedent
voorbeeld: Het boek dat ik lees, is spannend (antecedent: het boek)
Betrekkelijke voornaamwoorden met een ingesloten antecedent zijn:
degene die en dat wat
voorbeeld: Dat wat je doet, moet je goed doen. (betrekkelijk voornaamwoord en antecedent: dat wat)