Formuleren deel 3

Planning vandaag 
- Huiswerk nakijken
-Trappen van vergelijking 
- Zelfstandig werken 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning vandaag 
- Huiswerk nakijken
-Trappen van vergelijking 
- Zelfstandig werken 

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk nakijken 
Opdracht 2

1 Van wie is het gereedschap dat in de garage ligt?
2 Jiska maakt een samenvatting van alle boeken die ze leest.
3 De gloeilamp is een uitvinding die de wereld heeft veranderd.
4 Het vliegtuig dat zonet is geland, komt uit Kuala Lumpur.

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk nakijken 
Opdracht 3
1 Tosca heeft een grappige kattenvideo gedeeld. Deze / Dit gaat nu viral.
2 De deelnemers van de talentenjacht moesten de uitslag wekenlang geheimhouden. Dat / Die was de afspraak.
3 Er was een probleem met de internetverbinding, maar dat / die is alweer opgelost.
4 Neem je rekenmachine mee naar het proefwerk, want dat / die heb je nodig.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 4 
Eigen antwoorden, bijvoorbeeld: 
 1 De snacks die hier verkrijgbaar zijn, zijn gezond volgens de kantinemedewerker.
2 Het park dat vroeger heel rustig was, wordt nu gebruikt voor concerten en andere evenementen.
3 De Nederlandse wielerploeg behaalde een overwinning die niemand had verwacht.
4 Volgens de modestylist is de spijkerbroek een kledingstuk dat overal bij past.


Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 5
In zin a verwijst die naar de serie: er staat dat ik de serie net heb gezien.
In zin b verwijst dat naar het eerste deel: er staat dat ik het eerste deel net heb gezien.


Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 6 
Als het goed is, heb je twee tekeningen gemaakt van een man en een hond.
Op de ene tekening bijt de man de hond en kijkt de man boos.
Op de andere tekening bijt de hond de man en kijkt de man boos.

Je moet erop letten dat het duidelijk is naar welk woord het verwijswoord precies verwijst.



Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 7
Ik heb een nieuwtje! Wil je weten wat dat / dit is? Ik heb auditie gedaan voor een musical. Deze / Die was vorige week. De uitslag zou pas over twee weken komen, maar ik kreeg deze / die gisteren al: ik ben aangenomen! Dat maakt me superblij en trots! De rollen worden nog verdeeld. Als ik mijn rol weet, maak ik deze / die bekend in mijn Instagram Stories. Dus houd deze / die in de gaten!




Slide 7 - Tekstslide

Formuleren 
- Volledige zinnen 
- Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
- Verwijswoorden
- Trappen van vergelijking

Slide 8 - Tekstslide

Trappen van vergelijking 
aantekening

Slide 9 - Tekstslide

Trappen van vergelijking met het grondwoord: jong

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Je gebruikt bij de trappen van vergelijking 'als'....
A
als iemand iets minder is dan een ander
B
als iemand iets meer is dan een ander
C
als iets/mensen gelijk zijn aan elkaar

Slide 12 - Quizvraag

Tom is net zo snel ...... jij.
A
als
B
dan

Slide 13 - Quizvraag

Bilal voetbalt toch beter .... Lars
A
als
B
dan

Slide 14 - Quizvraag

Maaike fietst langzamer dan/als ik/mij.
A
dan, ik
B
dan, mij
C
als, ik
D
als, mij

Slide 15 - Quizvraag

Onze buurman kookt lekkerder dan/als zij/haar
A
dan, zij
B
dan, haar
C
als, zij
D
als, haar

Slide 16 - Quizvraag

Huiswerk
Bladzijde 225 opdracht 1 t/m  6 
+ neem volgende week je leesboek mee. Jullie gaan zelfstandig werken aan de boekopdrachten. 


Slide 17 - Tekstslide