methodiek 2 les1

• methodiek
• MBO
• Studiejaar 1

Kijk goed naar dit plaatje

WAT ZIE JE?

schrijf dit 

voor jezelf op

Methodiek 2 Observeren en Rapporteren

Observeren en rapporteren

Heb je een vraag, gebruik het handje van lesson-up en niet via teams

Wat gaan we doen?

Wat zijn de lesdoelen?

Hoe wordt er getoetst?

Je vindt dit terug in de studiewijzer in teams

Boek: Module 3 observeren

 

Verplichte eindopdracht: observatieverslag schrijven

(uitleg volgt halverwege de lessenreeks)

De afspraken

Pak: je boek en telefoon of laptop

Zet niet relevante appjes uit. 

wat verwacht je van
mij als docent

De lesdoelen:

• De student weet wat waarnemen is
• De student weet hoe het proces van waarnemen verloopt en oefent hiermee
• De student weet na deze les wat waarnemingsprincipes zijn

Het is af en toe best pittig....

Maar het maakt het werk echt leuker en beter! 

Wat is methodisch
werken?

Observeren is hetzelfde als waarnemen

1. WAAR
2. NIET WAAR

Verschil observeren en waarnemen

• Waarnemen doe je onbewust en altijd. Je ziet dingen om je heen, maar je focust je niet bewust. 
  
  
• Observeren doe je bewust. Je gebruikt al je zintuigen en je hebt een doel bij de observatie. 

OPDRACHT: filmpje

Film: waarnemingstest 

Jongens gooien bal over

Hoeveel passes maakt het team met de witte shirts? 

https://www.youtube.com/watch?v=mXm99a8FuoM

00:29

Hoeveel heb je geteld?

Is je verder nog iets opgevallen?

Prikkels

Bedenk 5 voorbeelden van prikkels die je kunt krijgen op een kinderdagverblijf

OPDRACHT

Je krijgt in de volgende dia een afbeelding te zien. Je krijgt 20 seconden om de dia te bekijken, daarna probeer je uit je hoofd de tekening zo precies mogelijk na te tekenen.

Hoe sterk is jouw visuele geheugen ontwikkeld?

Teken de afbeelding nu zelf 

Interpreteren

Het geven van betekenis aan je waarneming

Bij interpreteren spelen verwachtingen en de context een belangrijke rol. 

Referentiekader

Het geheel van denkbeelden, overtuigingen, gewoonten, waarden en normen die je hebt opgebouwd in je leven.

Je referentiekader zorgt ervoor dat je je omgeving op een bepaalde manier waarneemt en beoordeelt.

Je referentiekader kan er voor zorgen dat je, op basis van eerdere ervaringen, een situatie verkeerd interpreteert.

Opdracht

Maak onderstaande zinnen af:

Kies uit: aanraking – brein – geluiden – gewaarwording – geuren – huid – interpretatie – lichtstralen – mond – neus ogen – oren – prikkel –prikkels – smaak – verwerking – zintuigen.

Let op: de antwoorden 3 t/m 7 zijn onderling uitwisselbaar. Daar zit geen vaste volgorde in. Hetzelfde geldt voor de antwoorden 8 t/m 12.

………………….. (1) komen binnen via verschillende ………………….. (2). Voorbeelden van zintuigen zijn: ………………….. (3), ………………….. (4),

………………….. (5), ………………….. (6) en ………………….. (7).

Voorbeelden van prikkels zijn: ………………….. (8), ………………….. (9), ………………….. (10), ………………….. (11) en …………………..(12)

Als je je bewust bent van een ………………….. (13), dan noem je dat ………………….. (14) .

Je ………………….. (15) maakt van al die informatie een compleet beeld.

De………………….. (16) van die werkelijkheid noem je de ………………….. (17). 

Kijk nog even wat je hebt opgeschreven over dit plaatje. Was dit een waarneming of 

 interpretatie?

In hoeverre heb je lesdoel behaald?
Wat is een valkuil bij waarnemen?

Evaluatie
Hoe was deze les voor je in lessonup?

😒🙁😐🙂😃