4.6 De bloemenmarkt


Ik ben nog niet begonnen, maar als je wilt 
kun je alvast de app van LessonUp downloaden 
via de AppStore of Google Play
Dat scheelt straks weer tijd...

Uiteraard kun je straks ook meedoen 
via: http://student.lessonup.io

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les


Ik ben nog niet begonnen, maar als je wilt 
kun je alvast de app van LessonUp downloaden 
via de AppStore of Google Play
Dat scheelt straks weer tijd...

Uiteraard kun je straks ook meedoen 
via: http://student.lessonup.io

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 4.6

De bloemenmarkt

bladzijde 118

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Herhaling 4.5
  • Woordweb
  • Uitleg 4.6
  • Samen maken opgaven
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling 4.5
  • Consumptie kan negatieve gevolgen hebben voor: jezelf en voor anderen
  • Kinderarbeid is een voorbeeld van een negatief effect buiten je eigen omgeving
  • Met euro's heb je invloed op producenten
  • Een beter milieu kun je ook zelf voor zorgen

Slide 4 - Tekstslide

Vraag & Aanbod

Slide 5 - Woordweb

De vraag
  • De hoeveelheid die consumenten van een bepaald product willen kopen
  • Vraag wordt beïnvloed door: Smaak, inkomen van de consument, etc.)
  • Bedenk zelf een voorbeeld waardoor de vraag beïnvloed wordt.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag in de grafiek
Belangrijk voor de vraag is de prijs:
  • Hoge prijs --> lage vraag
  • Lage prijs --> hoge vraag

Slide 7 - Tekstslide

Het aanbod
  • De hoeveelheid die een producent van een product wil verkopen.
  • Belangrijk voor de grootte van het aanbod:
  • Prijs van het product, kennis, ervaring, gereedschap, aantal werknemers in het bedrijf.

Slide 8 - Tekstslide

Aanbod in de grafiek
Belangrijk voor het aanbod is de prijs:
  • Hoge prijs --> aanbod hoog
  • Lage prijs --> aanbod laag

Slide 9 - Tekstslide

Vraag groter dan aanbod
  • Vraag en aanbod zijn niet altijd hetzelfde
  • Als de vraag op een dag groter is dan het aanbod, dan gaat de prijs omhoog, aanbieders verkopen hun producten dan toch wel.



Slide 10 - Tekstslide

Aanbod groter dan vraag 
  • Aanbod kan ook groter zijn dan de vraag.
  • Dan krijgen verkopers niet alle producten verkocht.

Wat zullen verkopers dan met de prijs doen?

Slide 11 - Tekstslide

Aanbod groter dan vraag 
  • Aanbod kan ook groter zijn dan de vraag.
  • Dan krijgen verkopers niet alle producten verkocht.

Wat zullen verkopers dan met de prijs doen?

Slide 12 - Tekstslide

Vraag en aanbod bij elkaar
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt. 

Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen.

Slide 13 - Tekstslide

maken opgaven

Maken 4.6

In de les t/m opr. 9 minimaal af


Af? Dan rekentrainer maken.

Slide 14 - Tekstslide

Herhaling en afsluiting
  • Vraag --> hoeveel producten consumenten willen kopen
  • Aanbod --> hoeveel producten producenten willen verkopen
  • Vraag groter dan het aanbod --> prijs omhoog
  • Aanbod groter dan de vraag --> prijs omlaag
  • Alle vraag en aanbod bij elkaar van bijvoorbeeld bloemen heet: de markt voor bloemen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Programma voor vandaag
- huiswerk check
- huiswerk nakijken
- oefentoets maken met socrative (roomnumber: juffemke)

Slide 17 - Tekstslide