4.6 De bloemenmarkt

Paragfraaf 4.6
De bloemenmarkt
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragfraaf 4.6
De bloemenmarkt

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Herhaling 4.5
  • Woordweb
  • Uitleg 4.6
  • Samen maken opgaven
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 4.5
  • Consumptie kan negatieve gevolgen hebben voor: jezelf en voor anderen
  • Kinderarbeid is een voorbeeld van een negatief effect buiten je eigen omgeving
  • Met euro's heb je invloed op producenten
  • Een beter milieu kun je ook zelf voor zorgen

Slide 3 - Tekstslide

Vraag & Aanbod

Slide 4 - Woordweb

De vraag
  • De hoeveelheid die consumenten van een bepaald product willen kopen
  • Vraag wordt beïnvloed door: Smaak, inkomen van de consument, etc.)
  • Bedenk zelf een voorbeeld waardoor de vraag beïnvloed wordt.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag in de grafiek
Belangrijk voor de vraag is de prijs:
  • Hoge prijs --> lage vraag
  • Lage prijs --> hoge vraag

Slide 6 - Tekstslide

Het aanbod
  • De hoeveelheid die een producent van een product wil verkopen.
  • Belangrijk voor de grootte van het aanbod:
  • Prijs van het product, kennis, ervaring, gereedschap, aantal werknemers in het bedrijf.

Slide 7 - Tekstslide

Aanbod in de grafiek
Belangrijk voor het aanbod is de prijs:
  • Hoge prijs --> aanbod hoog
  • Lage prijs --> aanbod laag

Slide 8 - Tekstslide

Vraag groter dan aanbod
  • Vraag en aanbod zijn niet altijd hetzelfde
  • Als de vraag op een dag groter is dan het aanbod, dan gaat de prijs omhoog, aanbieders verkopen hun producten dan toch wel.



Slide 9 - Tekstslide

Aanbod groter dan vraag 
  • Aanbod kan ook groter zijn dan de vraag.
  • Dan krijgen verkopers niet alle producten verkocht.

Wat zullen verkopers dan met de prijs doen?

Slide 10 - Tekstslide

Vraag en aanbod bij elkaar
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt. 

Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen.

Slide 11 - Tekstslide

maken opgaven
Maken 4.6

Af? Dan rekentrainer maken.

Slide 12 - Tekstslide

Herhaling en afsluiting
  • Vraag --> hoeveel producten consumenten willen kopen
  • Aanbod --> hoeveel producten producenten willen verkopen
  • Vraag groter dan het aanbod --> prijs omhoog
  • Aanbod groter dan de vraag --> prijs omlaag
  • Alle vraag en aanbod bij elkaar van bijvoorbeeld bloemen heet: de markt voor bloemen

Slide 13 - Tekstslide

Alvast een fijn weekend!

Slide 14 - Tekstslide