Uitleg naamwoordelijk gezegde

Uitleg naamwoordelijk gezegde
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Uitleg naamwoordelijk gezegde

Slide 1 - Tekstslide

Leg zo goed mogelijk uit wat het naamwoordelijk gezegde is.

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

Naamwoordelijk gezegde (ng)
Bestaat altijd uit een werkwoordelijk deel (alle ww's in de zin) en een [naamwoordelijk deel].

Voorwaarde is een koppelwerkwoord: 
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan bepalen ng/wg
1. Stel vast dat er een kww in de zin staat. 
2. Stel vast dat het ow iets is (ng) of iets doet in de zin. 
3. als het ow iets is: Wat + pv + ow + andere ww's?
4. Noteer het ng: pv + [nw.deel] + overige ww's

Slide 5 - Tekstslide

Een naamwoordelijk gezegde is altijd een..
A
actie
B
eigenschap/kenmerk

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een naamwoordelijk gezegde?
A
Hij heeft gegeten.
B
Hij heeft een zusje gekregen.
C
Hij heeft corona.
D
Hij is een vrolijke Frans.

Slide 7 - Quizvraag

Het naamwoordelijk gezegde is:
A
zal [onbetaalbaar] blijven
B
zal onbetaalbaar blijven
C
[zal] onbetaalbaar [blijven]
D
[zal onbetaalbaar blijven]

Slide 8 - Quizvraag

Bij een naamwoordelijk gezegde...
A
...is het onderwerp iets.
B
...doet het onderwerp iets.

Slide 9 - Quizvraag

Het naamwoordelijk gezegde is dus:
A
schijnt een veelbelovende gamer te zijn
B
[schijnt] een veelbelovende gamer [te zijn]
C
schijnt [een veelbelovende gamer] te zijn
D
schijnt [een veelbelovende gamer]

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het ng hier?
Michael wil graag de rest van zijn leven piloot blijven.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het ng in deze zin?
De leerlingen lijken bovenbouwers te zijn.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het wg of ng in deze zin? Antwoord met 'wg = ...' of ng = ...'
Hij heeft zijn huiswerk goed gedaan.

Slide 13 - Open vraag