Week 3 - herhaling werkwoordspelling en gram H3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom

Vandaag

• Herhalen Grammatica/formuleren H3
• Herhalen werkwoordspelling

Let op: heb je al een leesboek? WEEK 10!

Grammatica H3 - verwijswoorden

• Je verwijst naar woorden die eerder zijn genoemd (antecedent).
•  Het-woorden zijn onzijdig. Namen van landen, provincies, steden, clubs en verkleinwoorden ook.
• De-woorden zijn vrouwelijk. Vrouwelijke personen en dieren en de-woorden met de uitgangen: -heid, -ing - nis, - schap, -iek, -theek, -teit, -tuur

Verwijswoorden

• De-woorden verwijs je  met deze/die.
• Het-woorden verwijs je met dit/dat.
• Hen: na voorzetsel of bij een lijdend voorwerp.
• Hun: bij meewerkend voorwerp.
• Verwijswoord 'wat' verwijs je naar 'dat' of een onbepaald voornaamwoord (iets, alles, enige).
• Dieren en dingen verwijs je met daar of waar + voorzetsel: daarvan, waarover.
• Mensen verwijs je met voorzetsel + wie: van wie, over wie,

Werkwoordspelling - pvtt

	vorm?	Vb
Ik	ikvorm	beklad
je/jij	ikvorm + t	bekladt
hij/zij/het	ikvorm + t	bekladt
wij	hele ww	bekladden

Werkwoordspelling - pvtt

1 uitzondering:

je/jij achter de pv -> ikvorm

Beklad jij die muur ook!

Bekladt je vriend die muur ook!

Werkwoordspelling - pvvt

Sterke werkwoorden: veranderen van klank (lopen - liepen)

Zwakke werkwoorden: - te(n) of - de(n)

Stam: hele werkwoord - en (gelov)

ikvorm: wat je ervan maakt als je het in de zin zet met 'ik' (geloof)

Zwakke werkwoorden - pvvt

1. Hele ww - en
2. Laatste letter stam -> TaXiKoFSCHiP -> - te(n)
3. Laatste letter niet in TaXiKoFSCHiP -> - de (n) 

passen 

pass

pasTe(n)

Voltooid deelwoord

Je gebruikt de regels van de persoonsvorm verleden tijd.

Onvoltooid deelwoord

Hele werkwoord +D

Stampend liep zij naar boven.

Oefenen

• Stencil werkwoordspelling (klassikaal)
• Leren/oefenen voor de summatieve toets online of via de methode (online)