Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
01-12 3V Kapitel 2 Grammatik C der-Gruppe + ein-Gruppe
Herzlich Willkommen
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herzlich Willkommen
Slide 1 - Tekstslide
Was machen wir heute?
Dictee woordjes van je huiswerk 10 Minuten
Stukje grammatica uitleg + paar oefeningen gemeinsam
Aan de slag in je boek Aufgabe 15,16,17 10 Minuten Zeit
Wiederholung von der Stunde.
Was haben wir heute gelernd?
Slide 2 - Tekstslide
der/ein-Gruppe
1e, 3e, 4e naamval
> met woorden van de der-Gruppe
> met woorden van de ein-Gruppe/ bezittelijke voornaamwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Ik weet wanneer ik welke naamval gebruik
A
nee
B
een beetje
C
bijna helemaal
D
ja
Slide 4 - Quizvraag
ein-Gruppe:
ein- = een
kein- = geen
mein- = mijn
dein- = jouw
sein- = zijn
ihr- = haar
unser- = ons, onze
eu(e)r- = jullie
ihr- = hun
Ihr- = uw
Slide 5 - Tekstslide
der-Gruppe
: dies-, jed-, manch-, solch-, all-, welch-
ein-Gruppe
: ein-, kein-, mein-, dein-, sein-, unser-, eu(er)-, ihr-, Ihr-
Slide 6 - Tekstslide
1. Gestern hat (mijn) Vater mich abgeholt.
A
mein
B
meine
C
dein
D
deine
Slide 7 - Quizvraag
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
ein-Gruppe
:
mijn - mein
jouw - dein
zijn - sein
haar - ihr
onze - unser
jullie - euer
hun - ihr
uw - Ihr
geen - kein
Gestern hat (mijn) Vater micht abgeholt.
ond +1 m = mein Vater
Slide 8 - Tekstslide
2. (uw) Freunde sind alle hier!
A
ihr
B
ihre
C
Ihr
D
Ihre
Slide 9 - Quizvraag
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
ein-Gruppe
:
mijn - mein
jouw - dein
zijn - sein
haar - ihr
onze - unser
jullie - euer
hun - ihr
uw - Ihr
geen - kein
(uw) Freunde sind alle hier!
ond +1 mv = Ihr
e
Freunde
Slide 10 - Tekstslide
3. Morgen fliegt (jouw) Oma nach Berlin.
A
sein
B
seine
C
dein
D
deine
Slide 11 - Quizvraag
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
ein-Gruppe
:
mijn - mein
jouw - dein
zijn - sein
haar - ihr
onze - unser
jullie - euer
hun - ihr
uw - Ihr
geen - kein
Morgen fliegt (jouw) Oma nach Berlin.
ond +1 v = dein
e
Oma
Slide 12 - Tekstslide
4. (ons) Dorf (o) ist sehr klein.
A
uns
B
unse
C
unser
D
unsere
Slide 13 - Quizvraag
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
ein-Gruppe
:
mijn - mein
jouw - dein
zijn - sein
haar - ihr
onze - unser
jullie - euer
hun - ihr
uw - Ihr
geen - kein
(ons) Dorf ist sehr klein.
ond +1 o = unser Dorf
Slide 14 - Tekstslide
5. Ich habe (uw) Freunde abgeholt.
A
ihr
B
ihre
C
Ihr
D
Ihre
Slide 15 - Quizvraag
Ich habe (uw) Freunde abgeholt.
lv +4 mv =
Ihre Freunde
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
4e
den / einen
die / eine
das / ein
die / keine
ein-Gruppe
:
mijn - mein onze - unser
jouw - dein jullie - euer
zijn - sein hun - ihr
haar - ihr uw - Ihr
geen - kein
Slide 16 - Tekstslide
6. Morgen besuchen wir (jouw) Oma.
A
sein
B
seine
C
dein
D
deine
Slide 17 - Quizvraag
Morgen besuchen wir (jouw) Oma.
lv +4 v =
deine Oma
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
4e
den / einen
die / eine
das / ein
die / keine
ein-Gruppe
:
mijn - mein onze - unser
jouw - dein jullie - euer
zijn - sein hun - ihr
haar - ihr uw - Ihr
geen - kein
Slide 18 - Tekstslide
7. (onze) Lehrer haben wir seit gestern nicht mehr gesehen.
A
uns
B
unse
C
unser
D
unseren
Slide 19 - Quizvraag
(onze) Lehrer haben wir seit gestern nicht mehr gesehen.
lv +4 m =
unseren Lehrer
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
4e
den / einen
die / eine
das / ein
die / keine
ein-Gruppe
:
mijn - mein onze - unser
jouw - dein jullie - euer
zijn - sein hun - ihr
haar - ihr uw - Ihr
geen - kein
Slide 20 - Tekstslide
Aufgabe 2
der-Gruppe und ein-Gruppe
Slide 21 - Tekstslide
1. Ich verstehe dies- Aufgabe nicht
A
dieser
B
diesen
C
diese
D
diesem
Slide 22 - Quizvraag
2. Kannst du dies- Kindern die Aufgabe erkären?
A
diesem
B
diesen
C
diese
D
dieser
Slide 23 - Quizvraag
3. Ich habe solch- Aufgaben nie verstanden
A
solche
B
solchen
C
solcher
D
solchem
Slide 24 - Quizvraag
4. Welch- Buch liest du gerade?
A
welcher
B
welche
C
welches
D
welchen
Slide 25 - Quizvraag
5. Welch- Mann werde ich später heiraten?
A
welche
B
welches
C
welcher
D
welchen
Slide 26 - Quizvraag
6. Hast du mein- Stift gesehen?
A
meine
B
meiner
C
meines
D
meinen
Slide 27 - Quizvraag
9. Hast du unser- Opa noch ein Geschenk gegeben?
A
unserer
B
unserem
C
unserem
D
unser
Slide 28 - Quizvraag
7. Habt ihr eur- Hausaufgaben gemacht?
A
euren
B
eure
C
eures
D
eurem
Slide 29 - Quizvraag
8. Der Junge hat ihr- Brief weggeschmissen
A
ihr
B
ihre
C
ihren
D
ihrem
Slide 30 - Quizvraag
Ik moet nog ...
A
de rijtjes leren
B
de toepassing leren
C
de woorden van de der- en ein-Gruppe leren
D
woordjes leren
Slide 31 - Quizvraag
Kennt ihr diese Wörter noch?
-das Mitglied
-die Leistung
-Klettern
-Leicht
-Egal
- die Note
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Naamvallen: 1e naamval & ein-Gruppe
Maart 2021
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Naamvallen 1e naamval
April 2020
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Naamvallen: 1e naamval & ein-Gruppe incl bezitt vnw
December 2021
- Les met
28 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
06-05 t/m 08-05 3HAVO Duits
Mei 2020
- Les met
39 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
01-12 3V Kapitel 2 Grammatik C der-Gruppe + ein-Gruppe
November 2021
- Les met
44 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
10-04 t/m 17-04 3HAVO Duits
April 2020
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Lidwoorden & ein-Gruppe
Oktober 2021
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
De ein-Gruppe in de 1e, 3e en 4e naamval
Maart 2022
- Les met
37 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3