Het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur van de groep(en) en samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met elkaar.
Draagt bij aan politieke voorkeur, participatiebereidheid en instand houding van politieke systeem.
Het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur van de groep(en) en samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met elkaar.
Draagt bij aan politieke voorkeur, participatiebereidheid en instand houding van politieke systeem.
Slide 1 - Tekstslide
Politieke partijen
Slide 2 - Woordweb
Politieke dimensies
links/midden/rechts
progressief/conservatief
nationalisme/internationalisme
materialisme/postmaterialisme
Slide 3 - Tekstslide
Ideologiën geven antwoord
Politiek: Hoe de macht verdeeld moet worden.
Economisch: Hoe de productie en distributie van goederen georganiseerd moet worden.
Sociaal-cultureel: Hoe groot de vrijheid van individuen kan en mag zijn.
Pas dit toe op een politieke partij
Slide 4 - Tekstslide
Confessioneel
Slide 5 - Open vraag
Liberaal
Slide 6 - Open vraag
Socialistisch/sociaal democratisch
Slide 7 - Open vraag
maatschappij-wetenschappen.nl
Slide 8 - Link
Toets bekijken
Overheidsbeleid ten opzichte van het gezin (e.a. samenlevingsvormen)/paradigma's
Of dimensies van Hostede onderzoeken en toepassen.
Of uit boek werken Of maatschappijwetenschappen website
Of syllabus bestuderen
Slide 9 - Tekstslide
Soorten bindingen
Affectieve binding: emotionele binding
Cognitieve binding: binding op het gebied van kennis
Economische binding: zakelijke relaties, goederen die nodig zijn.
Politieke binding: zaken die geregeld moeten worden, bijv. onderwijs, zorg, verkeer.
Slide 10 - Tekstslide
Formeel en informeel
Informele groep: mensen kennen elkaar, voelen zich emotioneel verbonden, geen officiele afspraken.
Formele groep: regels zijn vaak op papier vastgelegd en/of makkelijk te herkennen. Vaak sprake van hiërarchie. Leden hebben vaak een bepaalde rol en/of doel.
Slide 11 - Tekstslide
Groepsvorming
Bindingen tussen meer dan twee mensen die tot stand komen, doordat ze elkaar beinvloeden en gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
sociale controle
Informele sociale controle: elkaar wijzen op normen en waarden van de groep
Formele sociale controle: Vanuit beroep of functie wijzen op de regels.
Slide 14 - Tekstslide
Wat houdt een samenleving bijeen
Gedeelde waarden en normen
Wederzijdse afhankelijkheid (eigenbelang?)
Dwang (overheid, militair, belasting)
Slide 15 - Tekstslide
Sociale cohesie
het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel een groep te zijn, lid te zijn van een gemeenschap, verantwoordelijk voelen voor elkaars welzijn en een beroep op anderen kunnen doen.
Slide 16 - Tekstslide
Wanneer mensen er niet meer bij horen...
1. Ze er niet meer bij willen horen (dropping out en opting out)
2. Er niet meer bij mogen horen (uitsluiting en discriminatie)
3. Er niet meer bij kunnen horen (armoede, werkloosheid)
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Insluiting en uitsluiting
Ingroup: Binding en gemeenschappelijke sociale identiteit. Outgroup: Mensen die er niet bij horen. Vaak vooroordelen en stereotyperingen.
Door afzetten tegen de 'andere' gegeneraliseerde groep neemt de binding in de ene groep toe...