Week 15 - INTRO

Good morning!
Welcome.

Today:
Recap (herhaling) of the past simple and the vocab!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
taMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Good morning!
Welcome.

Today:
Recap (herhaling) of the past simple and the vocab!

Slide 1 - Tekstslide

Planning


- 1 minute BBC 
- Terugblik week 14
- Grammar Quiz
-Introductie week 15
-Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Goals
At the end of this lesson...
  • You will know what the NEW plan is for this week. 
  • You will have practice some of the grammar unit 4

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

1 minute BBC
Who is the speaker?
What is the video about?
How many years did he serve for?
Did you learn any new words?

Slide 5 - Tekstslide

TODAY
THURSDAY
Terugblik week 14
to be going to
DE PLANNER & HET HUISWERK ZULLEN OOK IN MAGISTER KOMEN TE STAAN.
WEDNESDAY
Short Answer
Werkhouding & Planner
Grammar 4.6
Grammer 4.7

Slide 6 - Tekstslide

HOMEWORK
Homework!

Slide 7 - Tekstslide

GRAMMAR UNIT 4
4.1
4.3
Adverbs
4.2
Present Simple
Can + helewekwoord
4.4
Could/ Couldn't
4.5
Some/ Any
4.7
to be going to
4.6
Short Answers

Slide 8 - Tekstslide

Quiz time !
Quiz time!

Slide 9 - Tekstslide

Can / Could

Slide 10 - Tekstslide

Waar of niet waar: Can betekent 'kunnen'?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Waar of niet waar: Could betekent ook 'kunnen'?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Could betekent 'zou kunnen'. Wat betekent het nog meer?
A
Zou lukken
B
Zou vinden
C
Zou mogen
D
Zou lijken

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer je aan je moeder wil voorstellen dat jullie vanavond uit eten gaan, welke vorm gebruik je dan?
A
Could
B
Can

Slide 14 - Quizvraag

Some + Any

Slide 15 - Tekstslide

Waar of niet waar: SOME en ANY betekenen allebei hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Sleep de juiste vorm naar de juiste zin
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
I'd like some sweets, please
Sorry, we don't have any milk
Do you have any money?

Slide 17 - Sleepvraag

Vul de regel aan: Je gebruik ANY bij ...
A
Bevestigende en ontkennende zinnen
B
Bevestigende en vragende zinnen
C
Ontkennende en vragende zinnen
D
Alleen bij ontkennende zinnen

Slide 18 - Quizvraag

Vul de regel aan: Je gebruikt SOME bij....
A
Bevestigende zinnen
B
Ontkennende zinnen
C
Vragende zinnen
D
Bevestigende en vragende zinnen

Slide 19 - Quizvraag

Do you have questions?
A
YES, I will ask in the chat
B
Yes, I need to video chat
C
No I understand everything

Slide 20 - Quizvraag

Vocabulary 4.2
Actor
Acteur
Application form
Inschrijvingsformulier
Apply (to)
Inschrijven
Carpet
Loper, tapijt
Chance
Mogelijkheid, kans
Check (to)
Controleren
Crowd
Menigte, publiek
Disappointed
Teleurgesteld
Enthusiastic
Enthousiast
Even
Zelfs
Fancy (to)
Leuk vinden
Favour
Gunst
Instead
In plaats daarvan
Local
Plaatselijk(e)
Piece
Stuk, artikel
Registration
Inschrijving
Review
Recensie
Relationship
Relatie
Return (to)
Teruggeven, terugsturen
Wonderful
Geweldig
Vocabulary 4.2

Slide 21 - Tekstslide

Vocabulary 4.3
Almost
Bijna
Along
Langs
Closed
Dicht, gesloten
Directions
Routebeschrijving
Directly ahead
Recht vooruit
Dish
Gerecht
Exhibition
Tentoonstelling, expositie
Gallery
Museum, galerie
Gorgeous
Prachtig, schitterend
Main hall
Grote zaal
Light
Licht
Nearest
Dichtsbijzijnde
Over there
Daarginds
Picture
Afbeelding, foto
Ring (to)
Bellen
Still
Nog (steeds)
Through
Door
(The) Tube
De metro
Visitor
Bezoeker
Wooden
Houten
Vocabulary 4.3

Slide 22 - Tekstslide

HOMEWORK
START WORKING ON WEEK 15!

Slide 23 - Tekstslide