Week 7

Zinsontleding
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zinsontleding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen horen bij redekundig ontleden?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je de pv?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm
  • De persoonsvorm is altijd een werkwoord. 
  • Een werkwoord geeft aan wat er wordt gedaan. 
  • Bijvoorbeeld: lopen, fietsen of lezen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm
Er zijn drie manieren waarop je de persoonsvorm kunt vinden in een zin.
  • De zin in een andere tijd zetten.
  • Het veranderen van het getal van de zin. (enkelvoud en meervoud moeten hetzelfde zijn)
  • zin vragend maken (lukt niet altijd)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
  • Pietje gaat naar de gymles.
  • Pietje ging naar de gymles.

  • Pietje loopt naar de Jumbo.
  • Pietje liep naar de Jumbo.

  • Wie heeft er honger? 
  • Wie had er honger. 


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp
Persoonsvorm
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
werkwoordelijk gezegde
De dief
heeft 
de scooter van mijn vader
aan zijn vriend
verkocht.

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Nieuw Nederlands online
KLASCODE 82036
Cursus 5 grammatica 
Paragraaf 2 - ZD Herhaling
 Opdracht 1 t/ m 6

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling
Een woord dat bestaat uit twee of meer kleinere woorden, 
heet een samenstelling.

Bijvoorbeeld: 
voetbalwedstrijd

Slide 9 - Tekstslide

Voetbalwedstrijd bestaat uit voetbal en wedstrijd, maar voetbal bestaat weer uit voet en bal. Deze samenstelling bestaat dus uit 3 woorden!
Vergelijk de zinnen
1) We vonden het huis vuil in Groenlo
2) We vonden het huisvuil in Groenlo

1) Heb je pas foto's gemaakt bij de fotograaf?
2) Heb je pasfoto's gemaakt bij de fotograaf? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To do 
*  Samenstellingen en tussenletters: 
De basisregels
De regels van de tussen -s
De regels van de tussen -n
De regels van de tussen -e 
* Zelfstandig oefenen 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling 
Een samenstelling is een combinatie van minimaal 2 woorden die samen 1 woord vormen:
tuin + man = tuinman
energie + rekening = energierekening
geluid + overlast = geluidsoverlast 
krant + bericht = krantenbericht 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 opties
  • Optie 1) (basisregel!) samenstellingen schrijf je aan elkaar, je plakt de woorden aan elkaar vast  (stoelpoot /tafellaken)
  • Optie 2)  je krijgt een tussen -s
  • Optie 3) je krijgt een tussen -e
  • Optie 4) je krijgt een tussen -n 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optie 2) je krijgt een tussen -s
* als je die hoort!
 jongen+broek = jongensbroek 
(lievelingskleur / beroepsvoetballer)
* stad + plein = stadsplein (want ook stadspark, stadsmens etc)
* TIP: bij twijfel omdat je al een 's' hoort: verander het woord.
varkensstal want varkensvlees

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optie 3) je krijgt een tussen -e
Let op: Dit is een moeilijke! o.a.
*Heeft het meervoud een -s dan een -e: garages dus garagebedrijf
* Heeft het meervoud -en EN -es dan -e: groenten of groentes dus groentesoep / lades of laden dus ladeblok
*Het eerste deel verwijst naar een persoon of zaak die enig is in zijn soort: zonneschijn, maneschijn
*bij versterkende betekenis: beresterk/ apetrots 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optie 4) je krijgt een tussen -n 
*Als het eerste woord van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op -en:  
roos + geur = rozengeur
kip + hok = kippenhok
krent + bol = krentenbol
tomaat + soep = tomatensoep 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Nieuw Nederlands online
KLASCODE 82036
Cursus 7 Spelling 
Paragraaf 3 - tussenletters in samenstellingen
 Opdracht 1 t/m 5

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies