Medicatiecursus D'n Oaverstep

Medicatie

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Medicatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen:
Na deze cursus:
  • Heb je kennis van de algemene werking van medicatie
  • Weet je wie welke verantwoordelijkheid heeft binnen het medicatieproces
  • Ken je de belangrijkste medicatie groepen
  • Weet je het verschil tussen beheren, aanreiken en toedienen
  • Weet je hoe om te gaan met zo nodig medicatie
  • Ben je bekend met de regel van 5.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De werking van medicatie 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

medicijn 
natuurlijke of synthetische stof die een bepaalde, gewenste werking op het lichaam uitoefent 
Farmacologie = geneesmiddelenleer 
App: FK 
Website: apotheek.nl

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

farmacokinetiek
Het proces wat een medicijn doet met het lichaam.

Te verdelen in 4 stappen





Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toedieningswegen
Enteraal: Door het maag/darmstelsel
Parenteraal (buiten maag/darmstelsel om):
  1. Inhalatie 
  2. Sublinguaal
  3. Subcutaan
  4. Intramusculair
  5. Intraveneus
  6. Transdermaal

Slide 6 - Tekstslide

             (inademen)
         (onder de tong)
           (onder de huid)
   (in de spier)
         (in een ader)
     (door de huid)  
Therapeutische werking

Slide 7 - Tekstslide

therapeutische breedte kan per medicijn en per persoon verschillen.
Benaming geneesmiddelen
merknaam: naam gegeven door fabrikant (Valium)
stofnaam: werkzame stof   (diazepam)
officiële of soortnaam  (benzodiazepine)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verantwoordelijkheden
Wie is waar verantwoordelijk voor in de medicatie keten?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft de bevoegdheid om medicatie uit te schrijven?
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De verzorgende
D
De apotheek

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie moet alert zijn op signalen van problemen met medicatie?
A
De verpleegkundige
B
De woonbegeleider
C
De helpende
D
Alle zorgverleners

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is verantwoordelijk voor het leveren van medicatie?
A
Alle zorgverleners
B
Familie
C
De apotheek
D
De arts

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie mag wijzigingen in baxterzakjes uitvoeren?
A
De familie
B
De apotheek
C
De verzorgende
D
De klant zelf

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zorgverlener mag medicatie stoppen
A
De klant zelf
B
De familie
C
De verpleegkundige
D
De arts

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie levert een actuele medicatie toedieningslijst
A
De arts
B
De apotheek
C
De verpleegkundige
D
De helpende

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie geeft aanwijzingen over het bewaren van medicatie
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De apotheek
D
Mag je zelf bepalen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie evalueert de werking van de medicatie met de cliënt / patiënt?
A
De apotheek
B
De arts
C
De verpleegkundige
D
De helpende

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij wel eens een medicatiefout gemaakt of mee gemaakt?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan medicatie toedienen
  1. Het juiste medicijn
  2. De juiste cliënt
  3. Het juiste tijdstip
  4. De juiste manier van toediening
  5. De juiste dosis


Na aanreiken of inname medicatie aftekenen!!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op bij:
- Tweede check bij risicovolle losse medicatie zoals: Insuline

- Losse medicatie naast de baxter

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewaren van medicatie
Houdbaarheidseisen (gekoeld, droog)
Houdbaarheidsdatum
Beheer (medicijnkast)
Ongebruikte medicatie

Medicatievoorraad beheren

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zonodig medicatie

- Vaak benzodiazepinen of pijnstillers
- Hoe ga je hier als begeleiding mee om

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je patiënt moeilijk slikt mag je de medicatie malen
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is er tocht iets fout gegaan --> MIC
Door structureel incidenten en calamiteiten te melden zal dit uiteindelijk de kwaliteit van zorg verbeteren.




Zorg ervoor dat de MIC melding volledig is.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hoe pak jij deze situatie aan?
Jouw cliënt is sinds twee weken gestart met antidepressiva. Tijdens het medicatie moment geeft hij aan de antidepressiva niet meer in te nemen omdat het toch niet helpt en hij hierdoor heel veel last heeft van een droge mond en misselijkheid. Wat doe jij nu?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten medicatie op d'n Aoverstep

- Psychofarmaca 
- Benzodiazepinen
- Bloedverdunners
- Pijnstillers
- Pufmedicatie

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychofarmaca


- Antipsychotica (Cisordinol, Haldol, Rispiridon, Clozapine)
- Akineton (tegen de bijwerkingen van antipsychotica)
- Antidepressiva ( Paroxetine, Citalopram, Venlafaxine)
- Stemmingsstabilisatoren ( Lithium, Priadel)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benzodiazepinen (pammetjes):
Slaap- en rustgevende middelen
(Temazepam, oxazepam, diazepam, Lorazepam)

Risico op gewenning en afhankelijkheid.

Bij slaapproblemen is het advies om het maximaal 2 weken te gebruiken. Bij angst en spanning maximaal 2 maanden.


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedverdunners
Verdunnen het bloed niet maar remmen de stolling.
Wordt gegeven bij hartritmestoornissen, trombose en na een hart- of herseninfarct (Acenocoumarol, Ascal)

Waarschuw een arts bij:
bloedneus, een wond die blijft bloeden, bloed in de urine of de ontlasting, ophoesten of uitbraken van bloed 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijnstillers
Medicatie om pijnklachten te verminderen 
- Paracetamol --> eerste keus relatief weinig bijwerkingen
- Ibuproven, Diclofenac, Naproxen

- Laat pijnstilling altijd op de medicatielijst zetten ivm het risico op contra-indicaties.

- Observeer op de werking van pijnstilling mbv een pijnscore

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhalatie medicatie
- luchtwegverwijders
- ontstekingsremmers
- volgorde inname is belangrijk
- aandachtspunten 
    * Let op de juiste adem techniek
    * Altijd spoelen om een schimmelinfectie te voorkomen

- voorzetkamer wekelijks schoonmaken in lauw sopje --> naspoelen en laten opdrogen
- verschillende soorten luchtweg medicatie. belangrijk om de aerosol altijd te schudden voor gebruik.




Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies



- Oogdruppels
- Neusspray
- Zalf, creme

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rondvraag
Vragen
en/of
 mededelingen?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie 21 mei


Alvast bedankt voor het invullen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie 22 mei
Alvast bedankt voor het invullen

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies