Feit of mening?

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Wat leer je vandaag?

- Je kunt moeilijke woorden in een zin gebruiken

- Je kunt herkennen wat een feit en wat een mening is

- Je kunt onderscheid maken tussen een standpunt en het argument dat daarbij hoort

- Je herkent argumenten en standpunten aan hun signaalwoorden

Planning

- 1e uur: presentaties van Arwen&Eva en Tim&Lina

-1e uur: rest werkt aan de woordenschatopdracht

-2e uur klassikaal feit en mening bespreken

Woordenschat

1. Ga naar ons Team

2. Map lesmateriaal --> map woordenschat

3. Maak zinnen met de woorden die op de eerste pagina staan

4. Zet ze in het Class Notebook

Is dit een feit of een mening?
"Iedereen moet De Tovenaar van Oz gelezen hebben"

1. mening
2. feit

Is dit een feit of een mening?
"Andermans eigendommen slopen is een kwalijke zaak"

1. mening
2. feit

Is dit een feit of een mening?
"Online les volgen is vermoeiender dan les in de klas"

1. mening
2. feit

Is dit een feit of een mening?
"Ik vind het jammer dat we geen carnaval kunnen vieren"

1. mening
2. feit

Is dit een feit of een mening?
"Volgens de regels mag je niet na 21:00 ongeoorloofd op straat zijn"

1. mening
2. feit

Feit versus mening

Een feit is waar of niet waar

Met een mening kun je het eens of oneens zijn

Mening/standpunt en argument

Om te overtuigen, gebruik je argumenten

Die argumenten ondersteunen een standpunt

Dat solo-optreden van Jett Rebel in de Mezz lijkt me echt iets voor jou. Jij mist namelijk nooit een show van hem. 

Dat solo-optreden van Jett Rebel in de Mezz lijkt me echt iets voor jou. Jij mist namelijk nooit een show van hem.

Signaalwoord?

Dat solo-optreden van Jett Rebel in de Mezz lijkt me echt iets voor jou.

1. mening
2. argument

Jij mist nooit een show van hem.

1. mening
2. argument

Omdat sommigen faalangstig zijn, geeft meneer Vonk geen overwachte so's.

Omdat sommigen faalangstig zijn, geeft meneer Vonk geen overwachte so's.

Signaalwoord?

Sommigen zijn faalangstig

1. mening
2. argument

Meneer Vonk geeft geen onverwachte so’s.

1. mening
2. argument

Daar de schoonheidsspecialist nog nooit eerder een piercing had gezet, was hij erg gespannen.

Daar de schoonheidsspecialist nog nooit eerder een piercing had gezet, was hij erg gespannen.

Signaalwoord?

De schoonheidsspecialist had nog nooit een piercing gezet

1. mening
2. argument

De schoonheidsspecialist was erg gespannen

1. mening
2. argument

Mijn oma gaat dit jaar niet op wintersport, want ze heeft niet genoeg geld.

Mijn oma gaat dit jaar niet op wintersport, want ze heeft niet genoeg geld.

Signaalwoord?

Mijn oma gaat dit jaar niet op wintersport

1. mening
2. argument

Ze heeft niet genoeg geld

1. mening
2. argument

Aangezien Mounir zijn fiets heeft schoongemaakt, wil hij die nu niet vuilmaken.

Aangezien Mounir zijn fiets heeft schoongemaakt, wil hij die nu niet vuilmaken.

Signaalwoord?

Mounir heeft zijn fiets schoongemaakt

1. mening
2. argument

Hij wil die nu niet vuilmaken

1. mening
2. argument

Dieselauto's ouder dan vijftien jaar zouden in het centrum van Breda verboden moeten worden; die stoten immers hoge concentraties giftige stoffen uit.

Dieselauto's ouder dan vijftien jaar zouden in het centrum van Breda verboden moeten worden; die stoten immers hoge concentraties giftige stoffen uit.

Signaalwoord?

Dieselauto's ouder dan vijftien jaar zouden in het centrum van Breda verboden moeten worden

1. mening
2. argument

Ze stoten hoge concentraties giftige stoffen uit

1. mening
2. argument

Opdracht (en huiswerk!)

Nieuw Nederlands

Hoofdstuk 4

Lezen

Bladzijde 103

Maak opdracht 4

Zorg dat het in het Class Notebook staat

Volgende week presentaties van:

- Yuri en Zhe

- Tibbe en Lucas

- Emma en Lente

- Robyn en Vincent