Hoe je kijkt en luistert, hangt af van de
situatie en het doel. Dit zijn vier belangrijke kijk- en luistermanieren:
Globaal – Je kijkt en luistert oppervlakkig totdat je iets interessants hoort. Bijvoorbeeld: Je hebt het nieuws op staan, maar luistert niet echt, totdat je opeens iets hoort over je favoriete sporter.
Zoekend – Je weet waarop je moet letten en je wacht tot die informatie langskomt. Bijvoorbeeld: je kijkt en luistert op een station naar de mededelingen, om te weten of jouw trein ook vertraging heeft.
Precies – Je kijkt en luistert heel goed, omdat je de belangrijkste informatie wilt onthouden of vragen over een fragment moet beantwoorden.
Kritisch – Je bedenkt of de informatie betrouwbaar is. Waar komt de informatie vandaan? Wie vertelt het? Waarom wordt het verteld?
Als je precies kijkt en luistert, is het vaak handig om aantekeningen te maken:
– Je luistert woord voor woord naar alles wat er gezegd wordt.
– Je noteert de belangrijkste informatie in steekwoorden.
– Je geeft de informatie schematisch weer: je gebruikt streepjes, getallen, letters, pijlen en afkortingen om opsommingen en verbanden aan te geven.