Kapitel 2 - Grammatik B

Kapitel 2 - Grammatik B
basisregels van de der-, die- en das-woorden
deel 2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 2 - Grammatik B
basisregels van de der-, die- en das-woorden
deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel dieser Stunde
  • Je kent de basisregels om te zien of een zelfstandig naamwoord een der-, die- of das- woord is.
  • Je kunt deze basisregels toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Huh? Wie?

Slide 3 - Tekstslide

der
der = mannelijk
  • weekdagen, maanden, seizoenen








Bijvoorbeeld:
der Montag, der Dezember, der Winter

Slide 4 - Tekstslide

die
die = vrouwelijk (en meervoud)
  • woorden die eindigen op: -heit, -keit,- schaft, -ung
  • vaak woorden die eindigen op: -e


Bijvoorbeeld:
die Freiheit, die Freundlichkeit, die Freundschaft, die Umgebung, die Blume

Slide 5 - Tekstslide

das
das = onzijdig
  • verkleinwoorden: eindigen op -chen of -lein
Bijvoorbeeld:
das Mädchen, das Kirchlein

Slide 6 - Tekstslide

der/die/das
das = onzijdig
  • de meeste Nederlandse het-woorden
  • verkleinwoorden: eindigen op -chen of -lein
Bijvoorbeeld:
das Haus, das Buch, das Mädchen, das Kirchlein

Slide 7 - Tekstslide

Let op!
Bij veel woorden kun je niet zien of het een der-, die- of das- woord is. 

Het is daarom het beste om het zelfstandig naamwoord samen met het lidwoord te leren!

Slide 8 - Tekstslide

Übung macht den Meister!

Slide 9 - Tekstslide

Sleep de blauwe vakjes naar de rode
Wat hoort bij elkaar?
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
die
die
das
der

Slide 10 - Sleepvraag

... Lampe
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 11 - Quizvraag

... Dienstag
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 12 - Quizvraag

... Büchlein
A
die
B
das
C
der
D
die (meervoud)

Slide 13 - Quizvraag

... Dezember
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 14 - Quizvraag

... Mädchen
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 15 - Quizvraag

... Winter
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 16 - Quizvraag

... Herbst
A
die
B
das
C
der
D
die (meervoud)

Slide 17 - Quizvraag

... Freundschaft
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 18 - Quizvraag

... Wanderung
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 19 - Quizvraag

Gibt es noch Fragen?

Slide 20 - Tekstslide