J&O kopen of huren hoofdstuk 5 deel 1

J&O hoofdstuk 5 kopen of huren
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

J&O hoofdstuk 5 kopen of huren

Slide 1 - Tekstslide

programma
  • introductie
  • uitleg lesstof
  • aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Huren of kopen?
De keuze om te huren of te kopen is een ingewikkelde. Zowel huren als kopen heeft voor- en nadelen.
Maar niet iedereen heeft een keuze. Als iemand geen vast inkomen heeft, is de kans klein dat de bank een hypotheek wil verstrekken. Kopen is dan vaak al geen mogelijkheid meer.

Slide 3 - Tekstslide

Te kort aan woningen
In Nederland heerst een tekort aan woningen. Daarom zijn woningen duur. 

Gemiddeld genomen zijn Nederlanders zo’n 35% van hun inkomen kwijt aan hun woning. Maar dat kan oplopen tot wel 55%.
In 2017 waren er in Nederland in totaal 7,7 miljoen woningen beschikbaar. Ruim de helft daarvan waren koopwoningen:

Slide 4 - Tekstslide

Sociale en vrije huursector worden van elkaar gescheiden door de zogenaamde liberalisatiegrens. Die lag in 2020 bij een maandhuur van € 737,14
Als de huur hoger ligt, gaat het per definitie om een woning in de vrije sector. Dit bedrag vormt trouwens ook de bovengrens om in 2020 voor huurtoeslag in aanmerking te komen.

Slide 5 - Tekstslide

Huren
Opzegging door de verhuurder kan maar in een aantal gevallen en loopt vrijwel altijd via de rechter. Een belangrijk voorbeeld van beëindiging van de huurovereenkomst is bij wanprestatie van de huurder.

Kleine reparaties zijn voor rekening van de huurder. Grote reparaties en groot onderhoud zijn voor rekening van de verhuurder.
Voorbeelden van groot onderhoud zijn:
buitenschilderwerk of de controle, reparatie en vervanging van een cv-ketel

De woning is eigendom van de verhuurder. De huurder mag kleine aanpassingen aan de woning doen om het eigen wooncomfort te verhogen.

Slide 6 - Tekstslide

Kopen
 Bij de verkoop van bestaande woningen wordt meestal k.k. (kosten koper) vermeld. 

Terwijl bij de verkoop van nieuwbouwhuizen meestal v.o.n. (vrij op naam) staat.
Vrij op naam houdt in dat de koper geen extra kosten bovenop de koopsom betaalt voor het overdragen van de woning. 
Het gaat daarbij om:

overdrachtsbelasting (meestal 2% van de koopsom)
en de notariskosten voor de leveringsakte en de inschrijving in het Kadaster.

Slide 7 - Tekstslide

Voordelen
Waarde stijging (meestal)
Hypotheekrenteaftrek

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent “het huis onder water staan”.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Hypotheek
Een hypothecaire lening is een langlopende lening met een onroerend goed als onderpand.

Slide 11 - Tekstslide

Een bank wil graag zekerheid over de waarde van de woning voordat zij een hypotheek verstrekt.
Wie schakelen zij daarvoor in?
A
Taxateur
B
Makelaar
C
Hypotheekadviseur
D
Notaris

Slide 12 - Quizvraag

Onderpand
Het onderpand blijft eigendom van de lener.

 Wanneer de lener zijn betalingsverplichtingen niet nakomt, dan heeft de kredietverstrekker (bank) het recht om het onderpand te verkopen. 

Dat noemen we het recht van hypotheek. Met de verkoopopbrengst kan de lening worden afgelost. 

Slide 13 - Tekstslide

Hypotheeklasten
Per periode betaalt de lener rente en aflossing. We noemen dit ook wel de bruto hypotheeklasten.
Rente is het bedrag dat de lener moet betalen als prijs voor de schuld. Rente betalen maakt de schuld dus niet kleiner. Rente zijn de kosten voor het hebben van een lening.
Alleen door aflossen wordt de schuld kleiner. En hoe lager de schuld, hoe minder rente er daarna betaald moet worden.
In Nederland stimuleert de overheid het kopen van een eigen huis. De hypotheekrente is aftrekbaar is bij de aangifte van de inkomstenbelasting. Iemand met een hypotheekschuld betaalt daardoor minder belasting.
Niet alleen rente aftrekbaar. In het eerste jaar zijn ook veel bijkomende kosten, zoals de notariskosten of de taxatiekosten, aftrekbaar.

Slide 14 - Tekstslide

CPI

Slide 15 - Tekstslide

Berekening CPI

Slide 16 - Tekstslide

slot

wat heb je geleerd?




Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video