Inleiding bestaat uit twee alinea’s:
Functie 1: De lezer nieuwsgierig maken (anekdote, voorbeeld, actualiteit, geschiedenis)
Functie 2: Onderwerp introduceren + standpunt noemen
Middenstuk:
Deelonderwerpen worden uitgelegd met voorbeelden
Signaalwoorden: ten eerste, daarnaast, ook, verder
Slot:
Hoofdgedachte herhalen
Conclusie en samenvatting (gebruik signaalwoorden: kortom, dus, al met al)