Les 4: Paragraaf 2.4: de Conjunctuur + 2.5 Meer kans op werk

De Conjunctuur
Klas 4
Economie
Paragraaf 2.4
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

De Conjunctuur
Klas 4
Economie
Paragraaf 2.4

Slide 1 - Tekstslide

Intro
Als mensen minder geld uitgeven, gaat de productie van bedrijven en instellingen omlaag. Mensen raken werkloos en bedrijven kunnen failliet gaan. Maar als het goed gaat met de economie, geven de mensen meer geld uit. Dan daalt de werkloosheid. In deze paragraaf leer je over de invloed van de bestedingen op de economie.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Ik kan uitleggen welke invloed de bestedingen op de economie hebben.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Conjunctuur: 
Vraagzijde van de Economie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Bestedingen
Besteden is een ander woord voor geld uitgeven aan producten of diensten.
Bestedingen = uitgaven van een bepaalde groep

Er zijn 4 groepen waarin we bestedingen onder verdelen, namelijk:
  1. de aankopen van consumenten (consumptie)
  2. de aankopen van bedrijven (investeringen)
  3. de aankopen van de overheid 
  4. de aankopen vanuit het buitenland (export)



Slide 7 - Tekstslide

Laag conjunctuur
  1.  bestedingen dalen
  2. minder verkopen van bedrijf
  3. Minder werk (ontslagen)
  4. consumenten verdienen minder
  5. bestedingen gaan nog meer achteruit

Hoog conjunctuur
  1. Bestedingen stijgen 
  2. Verkopen van een bedrijf stijgen
  3. Meer werk (meer personeel)
  4. consumenten verdienen meer
  5. bestedingen gaan nog meer vooruit

Slide 8 - Tekstslide

Vicieuze cirkel
Minder inkomen
Minder bestedingen
Minder productie
meer werkloosheid

Slide 9 - Tekstslide

Wat is laagconjunctuur?
A
Gemiddelde economische groei
B
Groei van de bestedingen hoger dan de trend
C
Groei vd bestedingen lager dan de trend

Slide 10 - Quizvraag

Stel jij bent van de overheid, wat zou jij als maatregel verzinnen om een land uit de laagcunjunctuur te halen?

Slide 11 - Open vraag

Wat doet de overheid om de economie te verbeteren?
  1. Overheidsbestedingen verhogen
  2. Rente op leningen verlagen

Hoe werkt dit?
  • De overheid gaat meer wegen vernieuwen, bouwen, leningen geven etc.
  • Als de rentes laag zijn gaan mensen minder sparen en dus meer uitgeven. 
  • Ook gaan mensen dan meer lenen, want de rente is toch laag!










Slide 12 - Tekstslide

Loon-prijsspiraal; slecht voor de export ivm hoge prijzen

Slide 13 - Tekstslide

De overheid kan met beleid tegen de laagconjunctuur ingaan. Dat kan zij doen door ...
A
zelf meer te gaan besteden en de belastingen te verlagen.
B
zelf minder te gaan besteden en de belastingen te verlagen.
C
zelf meer te gaan besteden en de belastingen te verhogen.
D
zelf minder te gaan besteden en de belastingen te verhogen

Slide 14 - Quizvraag

Welke verschijnselen passen bij een laagconjunctuur?
A
relatief veel gezinnen leven in armoede, lage werkloosheid
B
relatief veel gezinnen leven in armoede, hoge werkloosheid

Slide 15 - Quizvraag


Bij hoogconjunctuur mag je denken aan ...
A
Het gaat goed met de economie.
B
Het gaat gemiddeld met de economie.
C
Het gaat slecht met de economie.

Slide 16 - Quizvraag

In hoogconjunctuur...
A
nemen de bestedingen af.
B
nemen de bestedingen toe.
C
blijven de bestedingen gelijk.
D
weet ik niet.

Slide 17 - Quizvraag

tijdens een hoogconjunctuur
A
gaat de werkloosheid omhoog
B
investeren bedrijven veel
C
geven consumenten minder uit

Slide 18 - Quizvraag

2.5 meer kans op werk
Intro
Nadat je uitgeleerd bent, ga je op zoek naar werk. Heb je dan veel kans om snel een goede baan te vinden? Dat hangt ervan af. Deze les gaat over de kansen op werk op de arbeidsmarkt.

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoel
Ik kan uitleggen wat werknemers en werkgevers kunnen doen om vraag en aanbod van arbeid beter op elkaar te laten aansluiten.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe kunnen bedrijven zorgen
voor minder werkloosheid?

Slide 21 - Woordweb

Wat kan een bedrijf doen om het aanbod aan te passen op de vraag:

  • aanbieden deeltijdbanen  (meebetalen kinderopvang)
  • flexibele werktijden (thuiswerken)
  • aangepaste werkplek (voor mensen met beperking)
  • scholing
  • omscholing (andere baan)
  • bijscholing (cursus nieuwe software/methode)
  • herscholing (opfrissen kennis, bv mensen die lang niet gewerkt hebben/ sollicitatietraining)

Slide 22 - Tekstslide

Dit is GEEN goede manier om de participatiegraad te vergroten:
A
de kinderopvang subsidiëren
B
deeltijdwerk makkelijker maken
C
lonen verhogen
D
AOW-leeftijd verlagen

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video