aanwijzend voornaamwoord (flipping the classroom)

aan de slag
Jullie gaan deze les zelf aan de slag. Ik geef uitleg in deze Lesson-uples.

Werk deze les helemaal door.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

aan de slag
Jullie gaan deze les zelf aan de slag. Ik geef uitleg in deze Lesson-uples.

Werk deze les helemaal door.

Slide 1 - Tekstslide

aanwijzend voornaamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?

Slide 3 - Open vraag

kijk nu de volgende video
Tijdens de video stel ik een paar vragen, beantwoord deze.

Slide 4 - Tekstslide

3

Slide 5 - Video

01:11
Wat is het aanwijzende voornaamwoord in deze zin?
Vandaag doe ik deze broek aan.

Slide 6 - Open vraag

01:24
Staat de moeder van Femke bij die winkel?

Wat is het aanwijzende voornaamwoord?

Slide 7 - Open vraag

01:47
Dat meisje ziet er lief uit.

Wat is het aanwijzende voornaamwoord?

Slide 8 - Open vraag

een aanwijzend voornaamwoord kun je bijvoeglijk of zelfstandig gebruiken!

Slide 9 - Tekstslide

In deze ijssalon verkopen ze de lekkerste ijsjes. Ik wil die ook.

Wat voor soort aanwijzend voornaamwoord is die
A
bijvoeglijk gebruikt
B
zelfstandig gebruik

Slide 10 - Quizvraag

In deze ijssalon verkopen ze de lekkerste ijsjes. Ik wil die ook.

Wat voor soort aanwijzend voornaamwoord is deze
A
bijvoeglijk gebruikt
B
zelfstandig gebruik

Slide 11 - Quizvraag

Maak zelf een zin met een bijvoeglijk gebruikt aanwijzend voornaamwoord

Slide 12 - Open vraag

klaar
Je hebt deze les afgerond en je kunt nu verder met het maken van de weekopdracht.

Slide 13 - Tekstslide