thema 6 ww TA groep 8 les 3/4

Spelling Thema 6 les 3 en 4
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Basisschool

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling Thema 6 les 3 en 4

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Scheidbare werkwoorden
Soms worden werkwoorden in een zin gescheiden.
Deze werkwoorden noemen we scheidbare  werkwoorden. 

Voorbeelden zijn:
uitslapen, opzoeken, weggooien

Slide 4 - Tekstslide

Scheidbare werkwoorden
Veel Nederlandse werkwoorden hebben een voorvoegsel
      in-,    op- ,    mee-,    terug-
De meeste van deze werkwoorden zijn scheidbaar. 




Schoonmaken: 
Ik maak mijn kamer schoon
Ik maakte mijn kamer schoon. 
Ik heb mijn kamer schoongemaakt.
Scheidbare werkwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Scheidbare werkwoorden
Elk werkwoord heeft dan een andere betekenis.

  • staan: opstaan,  afstaan,  ontstaan
  • doen: aandoen, opdoen, overdoen
  • maken: klaarmaken, schoonmaken
  • komen: aankomen, opkomen, afkomen, wegkomen

 

          Wij staan om 7:00 op.
          Wanneer geef jij je sleutel terug?
          De trein komt nu aan.
          Ik neem een cadeau mee.
     (!) Hij droogt de borden af met een handdoek.

Slide 6 - Tekstslide

Waar staat het losse stukje?
Wij                maken         morgen      het huis                              schoon.



Hij                  geeft                                  het boek                            terug.
Pomme       maakt       vanavond    haar toets     thuis          af.

Slide 7 - Tekstslide

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 8 - Tekstslide

opstaan
A
scheidbaar
B
onscheidbaar

Slide 9 - Quizvraag

Voltooid deelwoord van opstaan
Ik ben vanochtend............................

Slide 10 - Open vraag

beeldhouwen
A
scheidbaar
B
onscheidbaar

Slide 11 - Quizvraag

voltooid deelwoord van
beeldhouwen
Ik heb een kunstwerk........................

Slide 12 - Open vraag

instappen
A
scheidbaar
B
onscheidbaar

Slide 13 - Quizvraag

Voltooid deelwoord van
instappen
De kinderen zijn de bus .................

Slide 14 - Open vraag

overleven
A
scheidbaar
B
onscheidbaar

Slide 15 - Quizvraag

voltooid deelwoord
van overleven
De man heeft de orkaan...................

Slide 16 - Open vraag

achtervolgen, terugvinden, stilzetten, voorlezen.
Welk werkwoord is niet scheidbaar?
A
achtervolgen
B
terugvinden
C
stilzetten
D
voorlezen

Slide 17 - Quizvraag

Toegeven, achtervolgen, opnemen, doorgeven.
Welk werkwoord is niet scheidbaar?
A
toegeven
B
achtervolgen
C
opnemen
D
doorgeven

Slide 18 - Quizvraag

Gelijkspelen, inmaken, achtervolgen, opnemen.
Welk werkwoord is niet scheidbaar?
A
gelijkspelen
B
inmaken
C
achtervolgen
D
opnemen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 23 - Tekstslide