BV communicatie les 8 herhaling Periode 1
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Geef een voorbeeld van verbale communicatie en non verbale communicatie
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Boodschap-Zender-Ontvanger
Er zijn 5 communicatie kanalen. Hoeveel weet jij er?
Er zijn 5 communicatie kanalen. Hoeveel weet jij er?
Slide 5 - Open vraag
- Spreken
- zien
- ruiken
- aanraken
- proeven
Noem 2 storingen in de communicatie
Slide 6 - Open vraag
- Interne ruis
- Externe ruis
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De persoonlijke zone
De sociale zone
De intieme zone
De publieke zone
van af 3,6 m
tot
45 cm
tot 3,6 m
tot
1,2 m
Slide 8 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
0
Slide 9 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Beschrijf objectief wat je in het filmfragment hebt gezien
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Geef een voorbeeld hoe je het filmfragment subjectief kan beschrijven
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een referentiekader?
Slide 12 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Wat is jouw interpretatie van voorgaande filmfragment?
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn valkuilen bij actief luisteren?Geef 2 voorbeelden.
Slide 16 - Open vraag
- probeer niet alles zelf op te lossen
- dooddoeners belemmeren het contact
- Trek niet te snel conclusies
Er zijn 7 kenmerken van actief luisteren. Hoeveel weet jij er?
Slide 17 - Open vraag
- Neem zoveel mogelijk de lichaamshouding aan van de persoon met wie je in gesprek bent
- Oogcontact
- Pas je mimiek en intonatie aan
- Houd een onderlinge afstand aan de ie gebruikelijk is.
- Reageer met verbale ondersteuningen zoals knikken en hummen
- Stel vragen
- Neem de tijd
Welke soorten vragen zijn er?
Slide 18 - Open vraag
- open vragen
- gesloten vragen
- suggestieve vragen
Leg in je eigen woorden uit wat concretiseren is
Slide 19 - Open vraag
Concretiseren is iemand vragen om verduidelijking van dingen die hij zegt of doet.
Welke 2 soorten feedback zijn er?
Slide 20 - Open vraag
- Positieve feedback
- negatieve feedback
Je hebt opbouwende en afbrekende feedback. Geef van allebei een voorbeeld.
Slide 21 - Open vraag
- Opbouwende feedback: ‘Knap hoor bijna alles is goed’
- Afbrekende feedback: ‘Heb je nou nog twee fouten?’
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Ik ben klaar voor de toets!
A
Yup!
B
Nah!...
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
