Bv les 8 oefenen voor de toets P 1

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 1

Begeleidende Vaardigheden

Zorgpad: Communicatie de basis Periode 1

Oefenen voor de toets

Deze les is een samenvatting van een aantal termen die in de toets voorbij kunnen komen. Dit is geen excuus om zorgpad niet te lezen en de termen te bestuderen die aangegeven staan in de studiegids! De theorie kan je ook vinden bij begeleidende vaardigheden> bestanden> periode 1 

Geef een voorbeeld van verbale communicatie en non verbale communicatie

Boodschap-?-Ontvanger
Wat moet er in het vraagteken komen te staan?

• Spreken
• zien
• ruiken
• aanraken
• proeven

Er zijn 5 communicatie kanalen. Hoeveel weet jij er?

Noem 2 storingen in de communicatie

• Interne ruis
• Externe ruis

Sleep op de volgende slide de juiste afstanden naar de verschillende zones waarin we communiceren

De persoonlijke zone

De sociale zone

De intieme zone

De publieke zone

van af   3,6 m

tot 

45 cm

tot 3,6 m

tot

 1,2 m

Beschrijf objectief wat je in het filmfragment hebt gezien 

Geef een voorbeeld hoe je het filmfragment subjectief kan beschrijven

Wat is een referentiekader?

Interpreteren

Wat is jouw interpretatie van voorgaande filmfragment?

Wat zijn valkuilen bij actief luisteren?Geef 2 voorbeelden.

• probeer niet alles zelf op te lossen
• dooddoeners belemmeren het contact
• Trek niet te snel conclusies

Valkuilen bij actief luisteren

Ongeïnteresseerde houding

De ander niet uit laten praten

Je eigen verhaal vertellen

Met je gedachten ergens anders zijn

Impulsief reageren

Te snel adviseren

Er zijn 7 kenmerken van actief luisteren. Hoeveel weet jij er?

• Neem zoveel mogelijk de lichaamshouding aan van de persoon met wie je in gesprek bent
• Oogcontact
• Pas je mimiek en intonatie aan
• Houd een onderlinge afstand aan de ie gebruikelijk is.
• Reageer met verbale ondersteuningen zoals knikken en hummen
• Stel vragen
• Neem de tijd

7 KENMERKEN

• Maak oogcontact
  
• Laat met je lichaam zien dat je luistert
  
• Neem de tijd om naar anderen te luisteren
  
• Stel vragen op een moment dat iets niet duidelijk is
  
• Respecteer een ander
  
• Praat niet te hard of te zacht
  
• Geef kleine aanmoedigen

Welke 3 soorten vragen zijn er?

• open vragen
• gesloten vragen
• suggestieve vragen

Leg in je eigen woorden uit wat concretiseren is

Concretiseren is iemand vragen om verduidelijking van dingen die hij zegt of doet.

Welke 2 soorten feedback zijn er?

• Positieve feedback
• negatieve feedback

Je hebt opbouwende en Afbrekende feedback. Geef van allebei een voorbeeld.

• Opbouwende feedback: ‘Knap hoor bijna alles is goed’
• Afbrekende feedback: ‘Heb je nou nog twee fouten?’

Waar kun je achter komen bij een zelfobservatie?

1. Waarom je bepaalde beslissingen neemt
2. Door welke situaties bij jou conflicten onstaan
3. Welke gevoelens je krijgt in bepaalde situaties?
4. Hoe je je in bepaalde situaties gedraagt

Hoeveel termen van ineffectieve feedback kan jij uitleggen. Wie biedt het hoogst?

Wat is een dooddoener?