motivatie op de Charles

Motivatie op de Charles
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Motivatie op de Charles

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg ondersteuningsactiviteit
  • Eerst vragen uitzetten
  • Daarna hulpvraag uitgekozen
  • Gekoppeld aan docenten
  • Handvatten gegeven omtrent activerende werkvormen
  • presentatie motivatie

Slide 2 - Tekstslide

Kennismaken met motivatie en motivatiebevordering bij leerlingen
Doelen workshop
  • Inzicht in (jouw) motivatie
  • Inzicht in motivatie leerlingen 
  • Hoe kun motivatie bevorderen
  • Ervaren activerende werkvorm
  • Eigen motivatie stimuleren

Slide 3 - Tekstslide

Wat is volgens jou motivatie?
Wat is volgens jou motivatie?

Slide 4 - Open vraag


Hoe gemotiveerd was jij vanochtend om naar werk te gaan? Geef een cijfer van 1 tot 10
010

Slide 5 - Poll

Waardoor raak jij gemotiveerd?

Slide 6 - Woordweb

Gemotiveerde mensen:
Willen ontdekken en leren
Waarom is motivatie belangrijk
zijn nieuwsgierig
zijn energiek
zijn geïnspireerd
zijn leergierig
zijn creatief
zetten door

Slide 7 - Tekstslide

Sleep de voorbeelden van intrinsieke en extrinsieke motivatie naar het juiste vakje
Extrinsieke motivatie
Intrinsieke motivatie
Sociale status

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Volgens Deci & Ryan (1985;2000) kunnen de docenten de intrinsiek motivatie verhogen als ze weten in te spelen op 3 psychologische basisbehoeften:
  • Autonomie
  • Competentie
  • Relatie/ verbondenheid
De zelfdeterminatietheorie (ZDT)
Volgens Deci & Ryan (1985;2000) kunnen de docenten de intrinsiek motivatie verhogen als ze weten in te spelen op 3 psychologische basisbehoeften:

  1. Autonomie
  2. Competentie
  3. Relatie/ verbondenheid

Slide 11 - Tekstslide

Autonomie
De leerling heeft de vrijheid om een activiteit naar eigen inzicht te kunnen uitvoeren en heeft invloed op wat hij/zij doet. De leerling krijgt eigenaarschap.
Docenten die de autonomie van de leerlingen ondersteunen houden rekening met gevoelens, opvattingen van leerlingen, geven informatie en keuzes, terwijl ze weinig druk uitoefenen.
Autonomie 
Leerling
Docent
Vrijheid om een activiteit naar eigen inzicht te kunnen uitvoeren
Ondersteunen de leerlingen
Heeft invloed op wat hij/zij doet
houden rekening met gevoelens/opvattingen van leerlingen
Krijgt eigenaarschap
geven informatie en keuzes, terwijl ze weinig druk uitoefenen

Slide 12 - Tekstslide

Competentie
Het vertrouwen dat een leerling moet hebben in zijn eigen kunnen.
Als docent kan je het gevoel van competentie bevorderen door hoge verwachtingen en vertrouwen uit te stralen en gepaste uitdaging te bieden.
Daarnaast is het belangrijk voldoende structuur en begeleiding te bieden bij het leren. 
Dit zorgt ervoor dat leerlingen weten wat er van ze verwacht wordt.
Competentie
Het vertrouwen dat een leerling moet hebben in zijn eigen kunnen
  1. Hoge verwachtingen en vertrouwen uitstralen
  2. Gepaste uitdaging te bieden
  3. Biedt voldoende structuur
  4. Biedt begeleiding bij het leren 
Dit zorgt ervoor dat de leerlingen weten wat ervan ze verwacht wordt!

Slide 13 - Tekstslide

Bieden van structuur
Door het bieden van structuur wordt het gevoel van competentie gestimuleerd. Dit kan op 4 manieren:
  • Duidelijkheid bieden
  • Ondersteuning en begeleiding bieden
  • Aanmoediging bieden
  • Positieve, constructieve feedback geven
Bieden van structuur

Slide 14 - Tekstslide

Relatie/verbondenheid
Relatie/verbondenheid
De verbondenheid met de omgeving
vertrouwen hebben in anderen
een positief en veilig klimaat in de klas/school
leerlingen moeten zich vrij voelen om vragen te stellen 
leerlingen moeten  niet bang zijn om fouten te maken

Slide 15 - Tekstslide

Relatie/verbondenheid
Relatie/verbondenheid
Als docent is het van groot belang om een goede relatie te hebben met de leerlingen.

Ken je leerlingen en hun interesses en behoeften!

Slide 16 - Tekstslide

Motivatietest in klas 2B
Uitkomsten: Over het algemeen extrinsiek gemotiveerd.
Aantal antwoorden van de leerlingen:    

Ik ga naar school omdat het moet van mijn ouders
Ik heb geen doel
Motivatietest in 2B
Vindt mijn vrienden belangrijker dan huiswerk maken/leren
Ik weet niet wat ik wil worden
Ik maak huiswerk omdat ik anders strafwerk krijg.

Slide 17 - Tekstslide

Twee docenten zijn aan de slag gegaan met activerende werkvormen om te kijken of de leerlingen meer worden gemotiveerd daardoor.
Ervaringen Selda en Samarinde
Docenten aan de slag

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeelden activerende werkvormen
 Placemat:
  1. De docent geeft aan elke groep een groot vel papier
  2. Een leerling van elke groep tekent in het midden en vierkant en voor elk groepslid een eigen vak om in te schrijven.
  3. De docent stelt een vraag/vragen of geeft een opdracht(en)
  4. Alle leerlingen schrijven individueel het antwoord(en) op in het eigen vlak
  5. De leerlingen wisselen om de beurt hun antwoord(en) uit
  6. De leerlingen komen tot 1 antwoord en schrijven dat in het midden
  7. De groepsantwoorden worden klassikaal besproken/gepresenteerd

Voorbeelden activerende werkvormen
                                                                    
1. De docent geeft aan elke groep een groot vel papier
2. Een leerling van elke groep tekent in het midden en vierkant 
   en voor elk groepslid een eigen vak om in te schrijven.
3. De docent stelt een vraag/vragen of geeft een opdracht(en)
4. Alle leerlingen schrijven individueel het antwoord(en) op in het eigen vlak
5. De leerlingen wisselen om de beurt hun antwoord(en) uit
6. De leerlingen komen tot 1 antwoord en schrijven dat in het midden
7. De groepsantwoorden worden klassikaal besproken/gepresenteerd
                                                                                              
 PLACEMAT:

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden activerende werkvormen
 Placemat:
  1. De docent geeft aan elke groep een groot vel papier
  2. Een leerling van elke groep tekent in het midden en vierkant en voor elk groepslid een eigen vak om in te schrijven.
  3. De docent stelt een vraag/vragen of geeft een opdracht(en)
  4. Alle leerlingen schrijven individueel het antwoord(en) op in het eigen vlak
  5. De leerlingen wisselen om de beurt hun antwoord(en) uit
  6. De leerlingen komen tot 1 antwoord en schrijven dat in het midden
  7. De groepsantwoorden worden klassikaal besproken/gepresenteerd

                                      BINNEN BUITEN KRING:

1. De docent verdeelt de klas in twee even grote groepen
2. De eerste groep leerlingen vormt een kring met het gezicht naar          buiten toe (de binnenkring)
3. Dan vormt de andere groep de buitenkring; de leerlingen uit deze      groep gaan tegenover een leerling uit de binnenkring staan
4. De docent stelt een vraag of geeft een opdracht aan alle leerlingen
5. De leerlingen wisselen antwoorden of meningen uit met elkaar
6. De leerlingen uit de buitenkring draaien 1 of 2 plaatsen met de              klok door en wisselen met iemand anders uit
7. Eventueel nog enkele keren draaien en uitwisselen

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeelden activerende werkvormen
 BINNEN BUITEN KRING:
  1. De docent verdeelt de klas in twee even grote groepen
  2. De eerste groep leerlingen vormt een kring met het gezicht naar buiten toe (de binnenkring)
  3. Dan vormt de andere groep de buitenkring; de leerlingen uit deze groep gaan tegenover een leerling uit de binnenkring staan
  4. De docent stelt een vraag of geeft een opdracht aan alle leerlingen
  5. De leerlingen wisselen antwoorden of meningen uit met elkaar
  6. De leerlingen uit de buitenkring draaien 1 of 2 plaatsen met de klok door en wisselen met iemand anders uit
  7. Eventueel nog enkele keren draaien en uitwisselen
 WANDEL WISSEL UIT:

1. Leerlingen krijgen een opdracht
2. De leerlingen lopen door het lokaal
3. Als de docent een teken geeft, zoekt de          leerling in zijn directe omgeving een                maatje
4. De leerlingen voeren samen de opdracht       uit binnen een bepaalde tijd
5. Herhaling van stap 2 tot en met 4

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeelden activerende werkvormen
 BINNEN BUITEN KRING:
  1. De docent verdeelt de klas in twee even grote groepen
  2. De eerste groep leerlingen vormt een kring met het gezicht naar buiten toe (de binnenkring)
  3. Dan vormt de andere groep de buitenkring; de leerlingen uit deze groep gaan tegenover een leerling uit de binnenkring staan
  4. De docent stelt een vraag of geeft een opdracht aan alle leerlingen
  5. De leerlingen wisselen antwoorden of meningen uit met elkaar
  6. De leerlingen uit de buitenkring draaien 1 of 2 plaatsen met de klok door en wisselen met iemand anders uit
  7. Eventueel nog enkele keren draaien en uitwisselen
                             SIMULTAAN PRESENTEREN:
1. Leerlingen hebben een presentatie voorbereid, opdrachten          uitgevoerd of vragen beantwoord met en in het eigen team
2. Eén leerling wordt door de docent aangewezen om te                  presenteren of te antwoorden
3. De leerling doet de presentatie of presenteert de                            antwoorden in een andere groep
4. De leerlingen die de presentatie te horen krijgen, luisteren           en geven feedback aan de hand van de opgestelde criteria 

Slide 22 - Tekstslide

  • Iedereen krijgt 10 min de tijd om een activerende werkvorm voor zichzelf uit te werken die je in je les kunt gebruiken.
  • Daarna ga je in een groep van 4 personen jullie activerende werkvorm bespreken in 20 min. Dit ook om ideeën op te doen.
  • Daarna geef ik per groep 1 persoon de beurt om zijn activerende werkvorm toe te lichten.

OPDRACHT

Slide 23 - Tekstslide

Rad van Fortuin!!

Slide 24 - Tekstslide

Hoe heb jij de werkvorm 'denken, delen en uitwisselen' ervaren?
Hoe heb jij de werkvorm 'denken, delen en uitwisselen' ervaren?

Slide 25 - Open vraag


Ik daag iedereen uit om voor de voorjaarsvakantie minimaal 2 activerende werkvormen te gebruiken.



Na de voorjaarsvakantie gaan we bespreken hoe dit is gegaan.

Uitdaging

Slide 26 - Tekstslide

Kan je me feedback geven over de presentatie?
Wat zijn jouw tips?

Kan je mij feedback geven over de presentatie?
Wat zijn jouw tips?

Slide 27 - Open vraag

Kan je me feedback geven over de presentatie?
Wat zijn jouw tops?


Kan je mij feedback geven over de presentatie?
Wat zijn jouw tops?

Slide 28 - Open vraag

Wil je nog een workshop en wat zou je dan willen zien?

Wil je nog een workshop en waar moet hij over gaan?

Slide 29 - Open vraag

Hoe vond jij deze presentatie?
0100

Slide 30 - Poll