wereld economie hoofdstuk 1 en 2

Wereld economie
Hoofdstuk 1  en 2

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wereld economie
Hoofdstuk 1  en 2

Slide 1 - Tekstslide

Vragen??
Lesbrief economisch beleid

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Hoe werkt de internationale handel ?
Hoe is de betalingsbalans opgebouwd en hoe werkt het?

Slide 3 - Tekstslide

Globalisering
= Het proces van toenemende internationale handel wordt globalisering of mondialisering genoemd.

Voorbeeld globalisering:
Toyota, werelds grootste autoproducent, heeft fabrieken in 27 verschillende landen en hun auto’s worden in 160 landen verkocht.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is er internationale handel?
Producten kunnen het best en het goedkoopst gemaakt worden in bepaalde landen vanwege:
  • de natuurlijke omstandigheden (klimaat, grondstoffen)
  • de loonkosten per product
  • de infrastructuur.
  • historische omstandigheden
  • Totale factorproductiviteit

Slide 5 - Tekstslide

absolute kostenverschillen

land A beter in product 1
land B beter in product 2
relatieve / comparatieve kostenverschillen

land A veel beter in product 1
land A beetje beter in product. 2

internationale handel zelfs gunstig als land A in beide producten beter is

Slide 6 - Tekstslide

comparatieve kosten
De opofferingskosten om een computer te produceren zijn in Japan het laagst. De opofferingskosten om voedsel te produceren zijn het Nederland het laagste. De landen doen er verstandig aan om zich in deze producten te specialiseren. Op die manier wordt arbeid het meest efficiënt gebruikt en zal de welvaart stijgen.

Slide 7 - Tekstslide

Comparatieve kosten 



Folkert maakt CV's en Robert maakt radiatoren. 
Folkert 10 x 2 uur = 20 uur
Robert 10 x 1 uur = 10 uur
Totaal 30 uur
Conclusie, minder tijd bezig met dezelfde productie en door te ruilen vergroot de welvaart
CV's
Opofferingskosten
Radiatoren
Opofferingskosten
Folkert
2 uur
4 rad
0,5 uur
0,25 cv
Robert
5 uur
5 rad
1 uur
0,20 cv

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken comparatieve kostenverschillen
* Kapitaal (aanwezigheid kapitaalgoederen)
* Natuurlijke hulpbronnen (olie en andere grondstoffen)
* Arbeid (lage lonen landen, scholing)
* Totale factorproductiviteit

Slide 9 - Tekstslide

Totale factorproductiviteit
1. Economisch kapitaal
Innovaties en verbetering infrastructuur
2. Menselijk kapitaal
Scholing van de beroepsbevolking
3. Natuurlijk kapitaal
De geografische ligging en beschikbaarheid van natuur, klimaat en bodemschatten
4. Maatschappelijke factoren
Politieke stabiliteit en kwalitatief goede instituties

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Welvaartsverlies door invoerheffing/quota
Import is verboden
Evenwichtsprijs en hoeveelheid ontstaat weer



Consumentensurplus
A
Producentensurplus
B,D
Welvaartsverlies
C

Slide 12 - Tekstslide

Argumenten protectionistische maatregelen
Infant industry-argument
Bescherming strategische sectoren
Werkgelegenheid

Antidumpingsargument

Sociale of milieuredenen

Slide 13 - Tekstslide

Internationale samenwerking
1. Handelsvedragen
2. G7 en G20
3. WTO

- Milieu beschermen
- Economie duurzamer
- Burgers moeten gezond blijven

Slide 14 - Tekstslide

Economische intergratie

Slide 15 - Tekstslide

Open economie 
Open economie = Een economie die veel handel met het buitenland heeft.

Gesloten economie -> Cuba en Noord-Korea.




Slide 16 - Tekstslide

Exportquote en importquote
Hoe hoger exportquote + importquote, hoe meer open de economie is

Slide 17 - Tekstslide

Betalingsbalans

Op een betalingsbalans staan de geldstromen van en naar het buitenland als gevolg van handel. Als het geld het land uitgaat, staat het op de uitgavenkant. Als er geld het land inkomt, staat het op de ontvangstenkant.

Slide 18 - Tekstslide

Lopende rekening
  • Goederenrekening
  • Dienstenrekening
  • Inkomensrekening
  • Inkomensoverdrachtenrekening

Slide 19 - Tekstslide

Financiële rekening

- investeringen in buitenlandse bedrijven
- beleggen in buitenlandse aandelen / obligaties
- lenen/sparen bij buitenlandse banken

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Overschot & tekort

Een groter wordend overschot, of een kleiner wordend tekort, heet een verbetering van de betalingsbalans. > goed voor economie

Andersom, een verslechtering van de betalingsbalans, betekent dat het tekort groter wordt, of het overschot afneemt > minder goed voor de economie

Slide 23 - Tekstslide

Gezamenlijk maken

2.27

Slide 24 - Tekstslide

Maken in de les
1.2, 1.4, 1.13
2.1, 2.2, 2.5, 2.11, 2.15, 2.18

Slide 25 - Tekstslide