meervoud maken van woorden

Jij gaat leren hoe je meervoud kan maken van een woord

Wat is meervoud?

Bij meervoud bedoelen we: we maken er meer van.


Wat je ook moet weten:

Enkelvoud is: er is er maar één van.



Een voorbeeld hiervan is:

Enkelvoud: Ik zie een vogel vliegen in de lucht.

Meervoud: Ik zie vogels vliegen in de lucht.





1 / 7
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 7 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Jij gaat leren hoe je meervoud kan maken van een woord

Wat is meervoud?

Bij meervoud bedoelen we: we maken er meer van.


Wat je ook moet weten:

Enkelvoud is: er is er maar één van.



Een voorbeeld hiervan is:

Enkelvoud: Ik zie een vogel vliegen in de lucht.

Meervoud: Ik zie vogels vliegen in de lucht.





Slide 1 - Tekstslide

enkelvoud


De tafel staat in het lokaal   ->

De pen ligt op de grond  ->

Het konijn huppelt door het bos  ->

Het glas is omgevallen.


meervoud


De tafels staan in het lokaal.

De pennen liggen op grond.

De konijnen huppelen door het bos.

De glazen zijn omgevallen.



Je ziet dat het werkwoord bij

meervoud ook veranderd:

staat -> staan,      

ligt -> liggen,

huppel -> huppelen,       

is -> zijn

Slide 2 - Tekstslide

uitleg over meervoud maken

Je kunt meervoud maken door er   -en  achter te zetten,

maar soms gaat dat ook anders.... bekijk het filmpje  ->

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

De uitleg in het filmpje was best veel in één keer.


Als je denkt "hmmm.... hoe was het ook alweer?"

kun je het filmpje straks nog een keer bekijken



Slide 5 - Tekstslide

De taal opdracht

Maak 10 zinnen met enkelvoud en zet erachter de zin in meervoud.


Doe het zo:

Ik zie een ster in de lucht - ik zie sterren in de lucht.     (Denk eraan: een ster wordt ster).


Nog een voorbeeld:


Ik loop langs het huis naar het zwembad - ik loop langs de huizen naar het zwembad

(Denk eraan: het huis wordt de huizen).


Er verandert meer in de zin dan alleen het zelfstandig naamwoord. Het lidwoord (de- het- een) verandert ook vaak mee.

Ook kan het werkwoord veranderen:

De man pakt de pen - De mannen pakken de pen.

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag

Maak de 10 zinnen in notities (eigenlijk 20 want je schrijft het eerst in enkelvoud en daarna in meervoud) en mail ze naar:


e.tennekes@kctalent.nl


Succes! 

Slide 7 - Tekstslide