meervoud s en herhaling

Nederlands

Nederlands
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Stillezen
We beginnen met stillezen.

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken
Nakijken huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
We gaan vandaag meervoud herhalen.
Wat is meervoud?
Welke regels hebben we geleerd?

Slide 4 - Tekstslide

enkelvoud


De tafel staat in het lokaal   ->

De pen ligt op de grond  ->

Het konijn huppelt door het bos  ->

Het glas is omgevallen.


meervoud


De tafels staan in het lokaal.

De pennen liggen op grond.

De konijnen huppelen door het bos.

De glazen zijn omgevallen.



Je ziet dat het werkwoord bij

meervoud ook veranderd:

staat -> staan,      

ligt -> liggen,

huppel -> huppelen,       

is -> zijn

Slide 5 - Tekstslide




Tasen of tassen? Muis of muizen?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

E-mail
A
E-mails
B
E-mail's

Slide 9 - Quizvraag

Treinreis
A
Treinreizen
B
Treinreisen

Slide 10 - Quizvraag

Kussen
A
Kussen's
B
Kussens

Slide 11 - Quizvraag

Lente
A
Lente's
B
Lentes

Slide 12 - Quizvraag

Alinea
A
Alineas
B
Alinea's

Slide 13 - Quizvraag

E-mail
A
E-mails
B
E-mail's

Slide 14 - Quizvraag

Boef
A
Boeven
B
Boefen

Slide 15 - Quizvraag

Kaars
A
Kaarzen
B
Kaarsen

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Link

Het huiswerk
Leren blz.  188
Maken blz. 190 en 191

Slide 18 - Tekstslide