Les 12: Dictatuur in de SU §3.1

H3 Het Interbellum (1918-1939)
   §3.1 Dictatuur in Rusland en Italië
Deze les: dictatuur in de SU
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H3 Het Interbellum (1918-1939)
   §3.1 Dictatuur in Rusland en Italië
Deze les: dictatuur in de SU

Slide 1 - Tekstslide

De hoofdpersonen

Slide 2 - Tekstslide

§3.1 Dictatuur in de SU
Het ontstaan van de Sovjet Unie:
  • 1917: Russische Revolutie
     --> Lenin aan de macht
     --> Tsaar en familie vermoord
  • 1922: De Sovjet-Unie:
  • Klasseloze samenleving
  • Geen kapitalisme
  • Gelijkheid in bezit
  • Lenin sterft in 1924 > opvolger is Stalin

Slide 3 - Tekstslide

STALIN
  • Stalin > tweede leider van de SU
  • Hij benoemt bevriende communisten in de top van de partij. 
  • Vijanden worden vervolgd. 
  • Stalin wordt de machtigste persoon in de SU
  • Het communisme in de SU wordt naar hem vernoemd: Stalinisme

Slide 4 - Tekstslide

Economie onder Stalin
  • De industrialisatie in de SU loopt achter op de rest van Europa 
  • Stalin wil industrie opbouwen 
  • Ook moest de landbouw productie omhoog.

Slide 5 - Tekstslide

Economie onder Stalin
  • Vanaf 1928 voert hij een planeconomie in.
  •  Planeconomie = de overheid bepaald wat en hoeveel er geproduceerd moet worden de komende 5 jaar.
  • We noemen dit een vijfjarenplan

Slide 6 - Tekstslide

Planeconomie

  • De planeconomie was succesvol
  •  Maar de planeconomie had ook nadelen.
  • Die nadelen kwamen vooral door de collectivisatie

Slide 7 - Tekstslide

Collectivisatie
  • Kleine zelfstandige boeren verdwenen.
  •  Alle boeren moesten werken op grote gemeenschappenlijke boerderijen.
  • Grond en werktuigen moesten ze delen en de oogst moesten ze afstaan. 

Slide 8 - Tekstslide

Collectivisatie > verzet
  • Boeren kwamen in verzet.
  • Miljoenen werden strafkampen gestuurd en moesten dwangarbeid verrichten.
  • De overgebleven boeren moesten nog harder werken en nog meer oogst afdragen.
  • Gevolg: hongersnood op platteland.

Slide 9 - Tekstslide

Industrie
  • Stalin investeerde veel in de industrie.
  • Veel fabrieken en energiecentrales gebouwd.
  • Miljoenen boeren trokken naar de steden om te werken in de industrie. 

Slide 10 - Tekstslide

Politiek onder Stalin
  • Economische crisis vanaf 1929 in Europa
  • In de Sovjetunie juist beter, door groei van de industrie. 
  • Om economische plannen uit te kunnen blijven voeren, trok Stalin in de jaren 30 alle macht naar zichzelf toe > ontstaan totalitaire staat.
  • Totalitaire staat: een staat die de levens en gedachten van de burgers controleert, 1 leider heeft, 1 partij heeft, terreur gebruikt, en censuur en propaganda gebruikt.

Slide 11 - Tekstslide

Kenmerken totalitaire staat onder Stalin
  1. De staat heeft de volledige macht over de economie: Planeconomie en collectivisatie.
  2. Er is 1 leider (een dictatuur): Stalin had alle macht in handen.
  3. Persoonsverheerlijking: Stalin werd als een god vereerd.
  4. Indoctrinatie: De partij probeerde de gedachten en het gedrag vd bevolking te controleren en aan te passen. 
  5. Gebruik van propaganda en censuur (de pers was ook in handen van de partij). Zelfs op school werden leerlingen aangemoedigd om hun ouders aan te geven als ze kritiek hadden op Stalin. 
  6. Terreur: (o.a. showprocessen, geheime dienst en strafkampen). Hoogtepunt:   'de Grote Terreur periode'.

Slide 12 - Tekstslide

De Grote Terreur 1934-1938

  • Miljoenen mensen werden tijdens de grote terreur vermoord of naar strafkampen gestuurd.
  • Tegenstanders en ook mensen waarvan Stalin vreesde dat ze machtiger werden dan hijzelf was. 
  • Vermeende tegenstanders werden (meestal) vals beschuldigd en werden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.



Slide 13 - Tekstslide

Showprocessen

  • Een showproces: de uitkomst en de straf staat al vast voordat de zaak voor de rechter komt. Een proces voor de show.
  • Doel: bevolking en het buitenland laten zien dat de SU nog altijd een rechtstaat was, met eerlijke processen.
  • Angst overheerste het leven van hele bevolking. 
  • Niemand was veilig: de geheime politie zat overal.
  • 1939: Stalin verklaarde de grote zuivering voltooid was. Laatste veroordeelde was de man die de zuivering had uitgevoerd.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video