Grammatica ZD: bijvoeglijke bep

Lesdoelen 
Aan het eind van deze les 
kun je de bijvoeglijke bepaling 
in een zin vinden 
en benoemen. 



1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen 
Aan het eind van deze les 
kun je de bijvoeglijke bepaling 
in een zin vinden 
en benoemen. 



Slide 1 - Tekstslide

Wat valt je op?
De oude, succesvolle dirigent ontving na het concert een daverend applaus.


Sommige stoere jongens in deze klas lopen graag in een oud trainingspak.

Wie van dit groepje wordt het aanspreekpunt?

Slide 2 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
  • Verwar een bijvoeglijke bepaling niet met een bijwoordelijke bepaling!


Slide 3 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling
  • Zet streepjes tussen de zinsdelen.
  • Zoek van elk zinsdeel dat uit meerdere woorden bestaat, het belangrijkste woord, de kern, en bepaal de woordsoort.
  • Als de kern een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord is, noteer dan de woorden die extra informatie geven over de kern; dat zijn de bijvoeglijke bepalingen.









Slide 4 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling
De oude, succesvolle dirigent / ontving/ na het concert / een daverend applaus.

Noteer de bvb zo:

bijv.bep = oude → dirigent
bijv.bep = succesvolle → dirigent
bijv.bep = daverend → applaus









Slide 5 - Tekstslide

Wat is waar over de bijvoeglijke bepaling? Kies de goede antwoorden.

Een bijvoeglijke bepaling...
A
is geen zinsdeel, maar een deel van een zinsdeel.
B
zegt iets over een werkwoord in een zinsdeel.
C
zegt iets over een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
D
is altijd een zinsdeel.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
De barbecue van de buren ......................
A
De barbecue
B
barbecue
C
van de buren
D
buren

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
....... de post van mijn oma......
A
de post
B
post
C
van mijn oma
D
oma

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een bijvoeglijke bepaling?
Ze speelt op de beste gitaar van Nederland.
A
beste
B
van Nederland
C
beste, van Nederland
D
de beste, van Nederland

Slide 9 - Quizvraag

Terug naar PowerPoint

Slide 10 - Tekstslide