Wf 27 mei Bijv bijzn

Wf mei Bijv bijzn
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wf mei Bijv bijzn

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
1. Vorige les: zinsdeelzinnen. Wat weet je nog?
2. Huiswerk bespreken 
3. Grammatica: bijvoeglijke bijzin. 
4. Oefenen met bijvoeglijke bijzin. 
5. Lesdoelen behaald?
6. Huiswerk in Plenda voor volgende week:
7. Volgende uur: verder met voorbereiding voor debat.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van zinsdeelzinnen?
Dit is het stappenplan zinsdeelzinnen:
1. Bepaal wat de bijzin(nen) is/zijn?
2. Geef het begin en het eind van bijzinnen aan met haakjes '(....)'.
3. Vul in de hoofdzin in plaats van in de bijzin(nen) een woord(groep in.
4. De bijzin is hetzelfde zinsdeel als de ingevulde woordgroep.

A. Klopt: ga staan.
B. Klopt niet: ga zitten. 

Slide 3 - Tekstslide

Zinsdeelzinnen
Een zinsdeel dat een persoonsvorm bevat, is een zinsdeelzin.
Als een samengestelde zin bestaat uit een hoofd- en een bijzin, is de bijzin een zinsdeelzin binnen een hoofdzin.


Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je in drie zinnen de bijvoeglijke bijzin herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoeglijke bijzin
Wie kan kort uitleggen wat een bijzin is en hoe je die vindt in een zin?

Slide 6 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling (bvb)
Een bijvoeglijke bepaling is geeft binnen een zinsdeel extra informatie over de van dat zinsdeel.
De kern is een zn of een vnw. Een bijvoeglijke bepaling kan voor of achter de kern (zn of vnw) staan.
Je vind de bvb door binnen een zinsdeel het belangrijkste woord op te zoeken = kern
Als de kern een zn of vnw is, dan zijn de woorden die extra informatie geven de bvb's.

Slide 7 - Tekstslide

Zo vind je de bvb
De oude, succesvolle dirigent ontving na het concert een daverend applaus.
1. Zet streepjes tussen de zinsdelen:
De oude, succesvolle dirigent /ontving/ na het concert / een daverend applaus.
2. Zoek binnen het zinsdeel de kern:
De oude, succesvolle dirigent.
3. Als de kern een znw of vnw is, zoek dan de woorden die extra informatie geven.
Dirigent = kern = znw. Bvb = oude -> dirigent. Succesvolle -> dirigent.

Slide 8 - Tekstslide

Nu jullie: Zo vind je de bvb
1. Zet streepjes tussen de zinsdelen:
De oude, succesvolle dirigent /ontving/ na het concert / een daverend applaus.
2. Zoek binnen het zinsdeel de kern: een daverend applaus.
3. Als de kern een znw of vnw is, zoek dan de woorden die extra informatie geven.
...  = kern. Is de kern een znw of vnw? Ja: welke woorden in het zinsdeel geven extra informatie over de kern? .

Slide 9 - Tekstslide

Bijvoeglijke bijzin (bijv. bijzin)
Een bijvoeglijke bijzin hoort bij een zelfstandig naamwoord, maar kan ook horen bij een voornaamwoord (aanwijzend vnw of persoonlijk vnw).
Een bijvoeglijke bijzin is een bijzin die iets zegt over een zn of een vnw, zoals een bijwoordelijke bepaling dat doet.
De fictieopdracht, die nog niet door iedereen ingeleverd is, wordt nog nagekeken. 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe herken je de bijv. bijzin?
De bijv. bijzin
1. begint vaak met die of dat.
2. zegt iets over een zn of vnw (de kern).
3. staat direct achter de kern.
4. is een bijzin. (Boek: zinsdeelstuk, want onderdeel van een zinsdeel)
5. Kun je meestal weglaten, dan blijft er een correcte zin over.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld bijv. bijzin vinden
De fictieopdracht, die nog niet door iedereen ingeleverd is, wordt nog nagekeken
1. Wat is de bijzin
De fictieopdracht, (bijv. bijzin die nog niet door iedereen ingeleverd is), wordt nog nagekeken. 
2. Waar zegt de bijv. bijzin is iets over? Wat is de kern? De fictieopdracht.
3. Is de kern een zn of een vnw? Ja. Zn.
4.. Staat de bijzin direct achter de kern?
5.. Kun je de bijv. bijzin weglaten? Ja. De fictieopdracht wordt nog nagekeken.

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen
Maak oefening 1, 2 en oefening 4 zelfstandig.
Als je eerder klaar bent, maak je oefening 3.
Oefening 5 is extra.
Oefeningen 1, 2, 3 en 4 zijn huiswerk.

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoel behaald?
Gebruik het stappenplan bijvoeglijke bijzin op deze drie zinnen.
1. De fictieopdracht, die nog niet door iedereen ingeleverd is, wordt nog nagekeken. 
2. Een Plenda is belangrijk voor hen die hun huiswerk willen maken.
3. Van de twee boeken kiest Rowan deze die het spannendst lijkt.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een zn, een pers. vnw, aanw. vnw?
Zn = 
Pers. vnw = 
Aanw. vnw = 

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdzin en bijzin
Hoofdzin: O+PV staan  naast elkaar en er passen (bijna nooit) andere zinsdelen tussen.
De PV staat voor in de zin: als eerste of tweede zinsdeel.
Bijzin: tussen O +PV kunnen andere zinsdelen staan (bijvoorbeeld 'niet').
De PV staat vaker achter in de zin.

Slide 16 - Tekstslide