Water: Is belangrijk bij het vervoer van stoffen in je lichaam.
Mineralen (zouten): Calcium (kalk), Fluoride, ijzer, natrium (keukenzout) en kalium. Calcium nodig voor de opbouw van botten. Fluoride bij de opbouw van je gebit. IJzer voor het vormen van rode bloedcellen.
Vitaminen: In fruit en verse groenten zit veel vitamine C, in vis veel vitamine D en in vlees veel vitamine A