Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4-5/10: lw, bn
Welkom!
Pak alvast: grammaticaboekje en pen
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
11 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom!
Pak alvast: grammaticaboekje en pen
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
lw, bn, ww en vz
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Je weet wat een lidwoord is;
Je weet wat een bijvoeglijk naamwoord (bn) is.
Slide 3 - Tekstslide
Even opfrissen
Wat is een zelfstandig naamwoord?
Wat is het verschil tussen concrete en abstracte zn's?
Wat bedoelen we met 'eigenschappen van woorden'?
Welke 3 eigenschappen
kunnen
zn's hebben?
Slide 4 - Tekstslide
3.2 Lidwoord (lw)
Hoort bij een zelfstandig naamwoord
De
en
het
zijn bepaalde lidwoorden
Je geeft aan dat je een
bepaald
zn
bedoelt
'Ik wil de cola en het rietje.'
Een
is een onbepaald lidwoord
Je bedoelt
niet specifiek één zn
'Ik wil een lekker ijsje.' (maakt niet uit welke)
Slide 5 - Tekstslide
3.2 Lidwoord (lw)
Opdracht 5, blz. 8
In tweetallen
Vul de lidwoorden in per taal
Geef antwoord op de vraag: hoe weet je of je
de
of
het
moet gebruiken?
+- 5 min.
We bespreken het klassikaal na
Slide 6 - Tekstslide
Taalgevoel
De menselijke eigenschap die ervoor zorgt dat wij intuïtief aanvoelen of een zin voldoet/ woorden voldoen aan de regels van onze taal.
Je voelt aan of iets 'grammaticaal correct' is.
Slide 7 - Tekstslide
3.3 Bijvoeglijk naamwoord
Beschrijft een
eigenschap of toestand van het zn
> 'zegt iets over het zn'
Bijv.:
het lieve meisje, de blije oma
Staat vaak
voor het zn
:
een rood kastje
Soms is er dan een
extra -e
nodig:
het rode kastje
Kan ook
na het zn
staan:
het kastje is rood
Soms zelfs best
veel afstand tussen zn en bn
:
Ik twijfel tussen twee kastjes. Zou het rode of het witte mooier staan in mijn kamer?
Slide 8 - Tekstslide
Oefenen: opdracht 6, blz 9
Zes dingen + bij elk ding een eigenschap of toestand
Eerst met een bepaald lidwoord, daarna met onbepaald lidwoord
Beantwoord ook de vraag: 'Wanneer krijgt het bijvoeglijk naamwoord een extra -e?
In stilte
Na 5 min. bespreken we het na
Slide 9 - Tekstslide
Even checken
Wat is in de volgende zin het zn?: 'De docent praat.'
Welke eigenschappen heeft een bn?
Slide 10 - Tekstslide
Vooruitblik
Volgende les: werkwoord, voorzetsel
So bespreken (?)
Volgende week:
Boek kiezen!
Na de vakantie beginnen we met lezen > ook in de les
Slide 11 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 2 (zn, lw en bn)
November 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1.8 grammatica woordsoorten: lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel
September 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 1 Grammatica woordsoorten
September 2022
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
2. Woordsoorten herhaling leerjaar 1
September 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Grammatica woordsoorten leerjaar 2 (H1)
Mei 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Woordsoorten
November 2022
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
hv1 h1&2 Grammatica ZN, BN, LW
November 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten; ZN, BVN, LW, WW
Oktober 2018
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1