RLO Herhaling Boek A en H1 boek B

• Handel
• MBO
• Studiejaar 1

Ik bestel 3x per maand alle artikelen. Waar heeft dit mee te maken?

1. bestelgrootte
2. bestelfrequentie
3. bestelpunt
4. voorraadkosten

Ik ga 100 stuks bestellen i.p.v. 50.
Wat gebeurt er met de bestelfrequentie?

1. gelijk
2. groter
3. kleiner

Ik ga 50 stuks bestellen i.p.v. 100.
Wat gebeurt er met de bestelfrequentie?

1. Gelijk
2. kleiner
3. groter

Waar hebben de voorraadkosten mee te maken?

1. ruimte, geld, magazijn
2. risico, rekeningen, rente
3. kosten en transport
4. ruimte, risico en rente

Wat is de optimale bestelgrootte?

1. voorraadkosten en bestelkosten zo laag mogelijk
2. voorraadkosten en bestelkosten zo hoog mogelijk
3. hoeveel stuks er maximaal in het magazijn passen
4. op welk tijdstip je het beste kan bestellen.

Wanneer bestel je met de BS-methode?

1. supermarkt
2. witgoed

Wat is de sS-bestelmethode?

1. variabele bestelgrootte op een vast moment
2. vaste bestelgrootte op een vast moment
3. variabele bestelgrootte op een variabel moment
4. vaste bestelgrootte op een vast moment

Wat is een besteleenheid?

1. 12 tubes tandpasta in 1 doos
2. 1 fiets
3. 1 container met aardappelen

Hoe hoger de omzetsnelheid ....

1. hoe sneller je magazijn vol is.
2. hoe sneller je een artikel verkoopt

Wat is afzet?

1. Aantal stuks dat je hebt verkocht
2. Aantal stuks dat je hebt ingekocht

Wat zijn risicokosten?

1. Kosten van de risico's op derving
2. Kosten van de risico's op voorinkopen

Wat is veiligheidsvoorraad?

1. Extra producten om de levertijd te overbruggen
2. Extra producten als de vraag opeens onverwachts groot is tijdens de levertijd
3. De werkelijke voorraad
4. De technische voorraad

Wat is familygrouping?

1. Artikelen die je standaard in de winkel hebt
2. Producten die een snelle omloopsnelheid hebben
3. Aantal zichtbare exemenplaren van een artikel
4. Artikelen die bij elkaar horen, staan bij elkaar

Wat hangt hier achter de vrachtwagen?

1. Palletwagen
2. Kooiaap

Wat betekent dit pictogram?

1. drooghouden
2. waterbestendig

Welk locatiesysteem?

1. vast
2. vrij
3. gemengd

Wat is servicegraad?

1. Kosten voor het bieden van service
2. Mate waarin je aan de vraag naar een product kunt voldoen.
3. Het bieden van service, zoals pashokjes
4. De hoeveelheid service die je aan kan bieden.

Schrijf 5 begrippen op die te maken hebben met bestellen