7.3 Warmtestromen

Deze les
Planning:
- Afrondende opdracht 7.2 + nakijken
- Nakijken gemaakte werk gisteren.
- Maken R vragen van 7.1 en 7.2 op je laptop. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Planning:
- Afrondende opdracht 7.2 + nakijken
- Nakijken gemaakte werk gisteren.
- Maken R vragen van 7.1 en 7.2 op je laptop. 

Slide 1 - Tekstslide

Opdrachtje.
Stel we mengen wederom alcohol en water. De alcohol (m = 300 gram) heeft een temperatuur van 60 graden Celsius, het water (240 gram) is 25 graden Celsius. Bereken de eindtemperatuur van het mengsel. Tip: het mengsel bereikt dezelfde eindtemperatuur. 

Slide 2 - Tekstslide

Mengen neem over!
Qop=Qaf

Slide 3 - Tekstslide

Mengen.
mcΔT=mcΔT
mc(TeindTbegin)=mc(TeindTbegin)

Slide 4 - Tekstslide

Mengen.
mc(TeindTbegin)=mc(TeindTbegin)
0,3004180(Teind25)=0,1402430(60Teind)

Slide 5 - Tekstslide

Mengen.

Haakjes wegwerken
1003,2(Teind25)=729(60Teind)

Slide 6 - Tekstslide

Mengen.
1003,2Teind25080=43740729Teind
1003,2Teind+729Teind=43740+25080
Teind=39,7
graden Celsius
Logisch antwoord?

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Formule warmtestroom
Verwar de lambda niet met golflengte. 
P=dλAΔT

Slide 9 - Tekstslide

Oefenvraag.
Hiernaast een schematische voorstelling
van een raam. De binnentemperatuur (T1) 
is 20 graden, buiten is het - 4,0 graden. Het
raam is 0,67 cm dik.  De afmetingen van het raam 
zijn 2,0 bij 4,0 meter. 
a. Bereken de warmtestroom door de ruit.
b. Bereken hoeveel warmte er per dag verdwijnt.
c. Bereken hoeveel m3 aardgas het kost, je mag uitgaan van een rendement van 80%, tip zoek de stookwaarde op in Binas.



Slide 10 - Tekstslide

Les 2
Planning:
- Bespreken opdracht maandag.
- Uitleg 2de deel.
- Opdrachtje.

Leerdoelen:
- Rekenen aan stroomsnelheid bij gassen en vloeistoffen.

Slide 11 - Tekstslide

Het begrip debiet.
  • Bijvoorbeeld bij rivieren geeft aan hoeveel liter er per seconde langs stroomt.
  • Symbool is verwarrend: Q (niet verwarren met warmte).
  • Formule debiet: 
  • Eenheid: (kuub per seconde)
  • Opdrachtje: 
  • Stel er stroomt 10 liter per minuut door een leiding, reken dit om naar 
sm3
sm3
Q=ΔtΔV

Slide 12 - Tekstslide

Stroomsnelheid
  • Stroomsnelheid is 'gewoon' een snelheid m/s
  • Symbool is dus ook de v. 
  • Nadenkvraagje: stel je hebt een tuinslang waar een bepaalde hoeveelheid water per seconde uitstroomt. Hoe kun je de snelheid van het water vergroten? 
  • Debiet en stroomsnelheid zijn aan elkaar gerelateerd. 
  • Hoe ga je van                 ----->                   waar moet de door delen?
sm3
sm

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Stel we hebben hiernaast staande buis
met een diameter van 1,2 cm. Er stroomt 
per seconde 10 liter water doorheen.
a. Reken om naar
b. Bereken de stroomsnelheid, bereken daarvoor eerst het oppervlak A. 
c. We halveren de diameter met welke factor neemt de snelheid toe. Licht je antwoord toe met een berekening.
sm3

Slide 14 - Tekstslide

Maken R opdrachten
  • 7.3 (en ook 7.1 en 7.2 als je die nog niet afhebt). 

Slide 15 - Tekstslide