In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
4H Formuleren - Herhaling 2
Voor de vakantie/vorige week:
Incongruentie
Lijdende vorm
Tangconstructie en dat/als-constructie
Foutieve beknopte bijzin
Foutieve samentrekking
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Is hier sprake van congruentie of incongruentie? Bijna tachtig procent van de Nederlanders noemt zich gelukkig.
A
Congruentie
B
Incongruentie
Slide 3 - Quizvraag
Welke fout zie je? Ben je ervan op de hoogte dat wanneer je meedoet met het schoolkoor, je een extra cijfer krijgt?
A
incongruentie
B
dat/als-constructie
C
onjuist verwijswoord
D
onjuiste herhaling
Slide 4 - Quizvraag
Is hier sprake van congruentie of incongruentie? Wist jij dat deze groep rebellen in Congo voor vele misdaden tegen de menselijkheid verantwoordelijk zijn?
A
Congruentie
B
Incongruentie
Slide 5 - Quizvraag
Slechts een kleine minderheid van de werknemers waren tevreden over de loonafspraken.
A
Contaminatie
B
Incongruentie
C
Foutieve beknopte bijzin
D
Pleonasme
Slide 6 - Quizvraag
Lijdende of bedrijvende vorm? 'Er is gisteren bij hem ingebroken.'
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm
Slide 7 - Quizvraag
Lijdende of bedrijvende vorm? De keeper heeft de bal voortreffelijk tegengehouden.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm
Slide 8 - Quizvraag
Lijdende of bedrijvende vorm? De taaltoets wordt door de meeste leerlingen met een voldoende afgesloten.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 9 - Quizvraag
Verander de vorm van de zin: De taaltoets wordt door de meeste leerlingen met een voldoende afgesloten.
Slide 10 - Open vraag
Welke fout? Dat stelletje stonden te zoenen onder de oude eik aan de Lindenlaan.
A
storende herhaling
B
foutief beknopte bijzin
C
congruentiefout
D
tangconstructie
Slide 11 - Quizvraag
Welke fout? De vermoeide en chagrijnig ogende, maar uiteindelijk toch vriendelijke leraar, besprak de toets.
A
pleonasme
B
foutief beknopte bijzin
C
congruentiefout
D
tangconstructie
Slide 12 - Quizvraag
Verbeter de zin: De vermoeide en chagrijnig ogende, maar uiteindelijk toch vriendelijke leraar, besprak de toets.
Slide 13 - Open vraag
Welke fout? De agressieve examenkandidaat heeft de brugklasser bewust opgewacht en vervolgens een keiharde kopstoot gegeven.
A
foutieve beknopte bijzin
B
foutieve samentrekking
C
tangconstructie
D
incongruentie
Slide 14 - Quizvraag
Welke fout? De handige vader repareerde, vrolijk een Frans liedje fluitend dat hij kende van de radio, de laptop van zijn dochter.
A
tautologie
B
tangconstructie
C
contaminatie
D
foutieve samentrekking
Slide 15 - Quizvraag
Welke fout? Ik weet zeker dat als ik een nieuwe fiets krijg, ik heel blij zal zijn
A
tautologie
B
foutieve samentrekking
C
dat/als-constructie
D
incongruentie
Slide 16 - Quizvraag
Welke fout? De familie wil dat huis niet huren in Italië omdat als corona uitbreekt ze naar Spanje gaan
A
dat/als-constructie
B
foutieve bijzin
C
onjuiste samentrekking
D
dubbelop
Slide 17 - Quizvraag
Verbeter de zin: De familie wil dat huis niet huren in Italië omdat als corona uitbreekt ze naar Spanje gaan.
Slide 18 - Open vraag
Welke fout? Lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve samentrekking
C
Dat/als-constructie
D
Pleonasme
Slide 19 - Quizvraag
Dertig procent van de deelnemers _______ de eindstreep niet gehaald.
A
hebben
B
heeft
Slide 20 - Quizvraag
Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open.