Nederlands 01/12 quiz pv,onderwerp,ww gezegde,vt deelwoord

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Wisbordjes Quiz

- Na deze les kan ik:

 het onderwerp

 de persoonsvorm 

het werkwoordelijk gezegde en

het voltooid deelwoord

benoemen in een zin.

Wisbordjes Quiz

- Per tweetal een wisbordje.

- Je overlegt met elkaar op een normaal volume.

- Je schrijft je antwoord op en legt het wisbordje neer.

- Op mijn teken laat je je antwoord zien.

Persoonsvorm

Voor KAP heeft Ashraf rap gekozen.

Persoonsvorm:

Persoonsvorm

Voor KAP heeft Ashraf rap gekozen.

Persoonsvorm:

Heeft

Heeft Ashraf voor KAP rap gekozen?

Ashraf had voor KAP rap gekozen.

Onderwerp

Marjem leest Dagboek van een Muts.

Onderwerp:

Onderwerp

Marjem leest Dagboek van een Muts.

Onderwerp:

Marjem

Wie leest Dagboek van een Muts?

Voltooid deelwoord

Bedirhan heeft maandag veel gerekend.

Voltooid deelwoord:

Voltooid deelwoord

Bedirhan heeft maandag veel gerekend.

Voltooid deelwoord:

Gerekend

Iets is gebeurd. 

Begint met voorvoegsel: ge, be, her, ont of ver

Werkwoordelijk gezegde

Yasin kan het antwoord op veel vragen geven.

Werkwoordelijk gezegde:

Werkwoordelijk gezegde

Yasin kan het antwoord op veel vragen geven.

Werkwoordelijk gezegde:

Kan geven

Alle werkwoorden in de zin.

Persoonsvorm

Naomi sliep gisteren uit tot 10.00 uur.

Persoonsvorm:

Persoonsvorm

Emirhan sliep gisteren uit tot 10.00 uur.

Persoonsvorm:

Sliep

Sliep Naomi gisteren uit tot 10.00 uur?

Naomi slaapt vandaag uit tot 10.00 uur.

Onderwerp

Dionayli gaat enorm vooruit met rekenen.

Onderwerp:

Onderwerp

Dionayli gaat enorm vooruit met rekenen.

Onderwerp:

Dionayli

Wie gaat enorm vooruit met rekenen?

Voltooid deelwoord

Ichaber heeft met rekenen vooruit gewerkt.

Voltooid deelwoord:

Voltooid deelwoord

Ichaber heeft met rekenen vooruit gewerkt.

Voltooid deelwoord:

Gewerkt

Iets is gebeurd. 

Begint met voorvoegsel: ge, be, her, ont of ver

Werkwoordelijk gezegde

Adel heeft vorige maand zijn pols gebroken.

Werkwoordelijk gezegde:

Werkwoordelijk gezegde

Adel heeft vorige maand zijn pols gebroken.

Werkwoordelijk gezegde:

Heeft gebroken

Alle werkwoorden in een zin.

Persoonsvorm

Harun is vandaag heel rustig.

Persoonsvorm:

Persoonsvorm

Harun is vandaag heel rustig:

Persoonsvorm:

Is

Is Harun vandaag heel rustig?

Harun was vandaag heel rustig.

Onderwerp

Lieneke heeft dinsdag een heerlijke soep gemaakt.

Onderwerp:

Onderwerp

Lieneke heeft dinsdag een heerlijke soep gemaakt.

Onderwerp:

Lieneke

Wie heeft dinsdag een heerlijke soep gemaakt?

Voltooid deelwoord

Evita heeft voor vrijdag een film gekozen.

Voltooid deelwoord:

Voltooid deelwoord

Evita heeft voor vrijdag een film gekozen.

Voltooid deelwoord:

Gekozen

Iets is gebeurd. 

Begint met voorvoegsel: ge, be, her, ont of ver

Werkwoordelijk gezegde

Donika is vandaag wel/niet op tijd gekomen.

Werkwoordelijk gezegde:

Werkwoordelijk gezegde

Donika is vandaag wel/niet op tijd gekomen.

Werkwoordelijk gezegde:

is gekomen

Alle werkwoorden in een zin.

Persoonsvorm

Naomi is samen met Adel klassenvertegenwoordiger.

Persoonsvorm:

Persoonsvorm

Naomi is samen met Adel klassenvertegenwoordiger.

Persoonsvorm:

is

Is Naomi samen met Adel klassenvertegenwoordiger?

Naomi was samen met Adel klassenvertegenwoordiger.

Onderwerp

Evita heeft dinsdag wel/niet afgewassen.

Onderwerp:

Onderwerp

Evita heeft dinsdag wel/niet afgewassen.

Onderwerp:

Evita 

Wie heeft dinsdag wel/niet afgewassen?

Voltooid deelwoord

Donika heeft met armpje drukken van Harun gewonnen.

Voltooid deelwoord:

Voltooid deelwoord

Donika heeft met armpje drukken van Harun gewonnen.

Voltooid deelwoord:

gewonnen

Iets is gebeurd. 

Begint met voorvoegsel: ge, be, her, ont of ver