Wk25-1: PO Zes landschappen NL - les 3 zandlandschap

PO Zes landschappen van NL
Les 3 zandlandschap
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

PO Zes landschappen van NL
Les 3 zandlandschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Programma van vandaag
  1. Zandlandschap
  2. Verwerken in reisfolder


Leerdoelen: aan het einde van deze les...
  • je kan het zandlandschap beschrijven als het gaat om de ontstaansgeschiedenis, hoe je het landschap kan herkennen, de inrichting van het landschap, het bodemgebruik en activiteiten die met het landschap te maken hebben. 

Wat heb je nodig:
  • Pen en papier
  • Tablet

Slide 2 - Tekstslide

Planning komende weken

Slide 3 - Tekstslide

Zandlandschap

Slide 4 - Tekstslide

Ligging
Noordelijk Zandgebied


Midden-Nederlands Zandgebied


Zuidelijk Zandgebied.
(Groningen, Friesland, Drenthe en het noorden van Overijssel)
(Utrecht, Gelderland, zuidelijk Overijssel)
Noord-Brabant en Noord- en Midden-Limburg)

Slide 5 - Tekstslide

Stukje geschiedenis
Geologie is de wetenschap die de Aarde, haar geschiedenis en de processen die haar vormen en gevormd hebben, bestudeert.

Het Pleistoceen is in de geologische tijdschaal een tijdvak van 2,58 miljoen tot 11,7 duizend jaar geleden.

Het Pleistoceen kenmerkt zich door een afwisseling van perioden met een gematigd warm klimaat (interglacialen of tussenijstijden, zoals de huidige tijd) en perioden met een overwegend veel kouder klimaat, de zogenaamde glacialen (ook wel 'ijstijden' genoemd).

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Ontstaan zandlandschap
Einde van de Saalien (ongeveer 180.000-130.000 jaar geleden) 
  • IJs kwam tot aan de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen
  • Ontstaan grote stuwwallen van Midden-Nederland

De laatste ijstijd, de Weichselien (ongeveer 110.000-10.000 jaar geleden)
  • Extreem barre poolwoestijnomstandigheden 
  • Daardoor deken van dekzand die over grote delen van ons land ligt
  • Dekzand komt van de Noordzeebodem

Slide 8 - Tekstslide

Uiterlijk en kenmerken
Noorden:
Vrij laag, glooiend gebied met op enkele plekken heuvels:
  • De Hondsrug in Drenthe
  • Omgeving van Steenwijk in Noord-Overijssel, Gaasterland in Friesland en Wieringen 
  • Texel in Noord-Holland
  • Gebieden met keileem (laat slecht water door) waardoor hoogveenmoerassen ontstaan


Slide 9 - Tekstslide

Uiterlijk en kenmerken
Midden:
Behoorlijk rijk aan reliëf, stuwwallen:
  • Het Gooi, de Utrechtse Heuvelrug, de Veluwe, het Rijk van Nijmegen, het Montferland en de Overijsselse Heuvelrug. 
  • Tussen de stuwwallen liggen vlakkere gebieden met                                        dekzand aan het oppervlak.

Slide 10 - Tekstslide

Uiterlijk en kenmerken
Zuid:
Vlak tot lichtglooiend:
  • Alleen grote reliëfverschillen in het Maasdal en in het gebied rond Bergen op Zoom door rivierterrassen en insnijden van de rivier
  • Stuifzandgebieden met duincomplexen zoals De Loonse                                        en Drunense Duinen 

Slide 11 - Tekstslide

Bodemsoort
Keileem: mengsel van keien, grind, zand, klei en leem. Vaak worden in keileem ook zwerfstenen gevonden. Meters tot 20m dik!



Slide 12 - Tekstslide

Bodemsoort
Dekzand: gele tot lichtgrijze kleur, fijne zandkorrel. 

Ontstaan gedurende het Weichselien:
  • Deel van Noordzee droog.
  • Rivieren droog.

  • Weinig vegetatie!
  • Wind had vrij spel.
  • Verspreiding van zand!






Slide 13 - Tekstslide

Leven op zandgrond
Zandgronden zijn voedselarm: landbouw is daardoor lastig.

Verschillende vormen van landbouw werden gebruikt: Potstalcultuur:
  • Mest van schapen met een laag heideplaggen (bovenste laag van de heide, inclusief wortels) om de bodem te bevruchten
  • Hierdoor werden akkers in de loop van de eeuw hoger --> essen





Slide 14 - Tekstslide

Leven op zandgrond
Woeste gronden: vanwege het moeilijk bebouwbare gebied.

Overbeweiding en het steken van heideplaggen zorgden voor stuifzandgebieden.

Na WOII werd kunstmest ingevoerd en werd er meer landbouw mogelijk.
  • Nu vind je er naast akkers ook weide- en grasland;
  • Ook bossen zijn aangeplant waardoor veel bossen in NL in het zandlandschap liggen. 
 

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: verwerk de informatie over het onderwerp vandaag in je reisfolder.
Hoe:
  • Lees in de opdracht wat je per landschap moet beschrijven;
  • Kijk voor meer informatie op www.geologievannederland.nl;
  • Verwerk de tekst in je eigen worden, geen kopiëren van informatie in welke vorm dan ook;
  • Vergeet niet een landschapskaart met legenda, een routebeschrijving, een routekaart en de bronvermelding.
  • Klaar? Laat het werk aan je docent zien. Bij akkoord, ga verder met het volgende landschap.
Wie: de afgesproken tweetallen
Tijd: tot 5 minuten voor het einde van de les.
Resultaat: de leerdoelen van deze les zijn behaald.
Hoe controleer je dat? Je kan het leerdoel toelichten zonder hulpmiddelen.

Slide 16 - Tekstslide

Terugblikken
Lesdoelen: aan het einde van deze les...
  • je kan het zandlandschap beschrijven als het gaat om de ontstaansgeschiedenis, hoe je het landschap kan herkennen, de inrichting van het landschap, het bodemgebruik en activiteiten die met het landschap te maken hebben. 

Slide 17 - Tekstslide

Vooruitblikken
Uitleg rivierlandschap;
Verder werken aan opdracht.

Bewaak de deadline van 1 juli 2024.

Slide 18 - Tekstslide