5.3 Mensen in het zandlandschap les 1

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhalen paragraaf 2


  • Introductie paragraaf 3
  • Leerdoelen paragraaf 3
  • Uitleg paragraaf 3
  • Opdrachten werkboek


  • Wat hebben we vandaag geleerd?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhalen paragraaf 2


  • Introductie paragraaf 3
  • Leerdoelen paragraaf 3
  • Uitleg paragraaf 3
  • Opdrachten werkboek


  • Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 1 - Tekstslide

Welke vier grondsoorten kennen we?

Slide 2 - Open vraag

Welke afzetting is het oudst?
A
jonge zeeklei
B
Basisveen
C
Hollandveen
D
jonge duinen

Slide 3 - Quizvraag

5.3 Mensen in het zandlandschap

Slide 4 - Tekstslide

5.3 Leerdoelen
  1. Wat zijn de kenmerken van het zandlandschap voor 1900?
  2. Welke veranderingen hebben plaatsgevonden in het zandlandschap na 1900 en 1950?
  3. Wat waren de gevolgen van deze veranderingen voor de inrichting van het zandlandschap?
  4. Welke milieuproblemen kennen de zandgronden?
  5. Wat zijn de gevolgen van deze milieuproblemen?
  6. Wat zijn de oplossingen voor deze milieuproblemen?

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 5.3
  • Een esdorp


  • Basisboek
  • B103: luchtvervuiling
  • B132: Specialisatie en mechanisatie
  • B133: Intensieve landbouw
  • B135: Landbouw en inrichting 

Slide 6 - Tekstslide

In welk gedeelte van Nederland vinden we veel dekzand aan de oppervlakte?
A
in het westen aan de kust
B
in het uiterste puntje van Zuid Limburg
C
in het oosten en zuiden van Nederland
D
In Zeeland

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

1. Wat zijn de kenmerken van het zandlandschap voor 1900?
  • In ongeveer 40% van Nederland ligt dekzand aan de oppervlakte, vooral in Oost- en Zuid-Nederland


  • Zandgronden zijn onvruchtbaar
  • Bemesting was dus nodig voor een goede oogst

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Lees het stukje ''het zandlandschap tot 1900'' in je boek -> leg zo uitgebreid mogelijk uit wat een ''es'' is.

Slide 11 - Open vraag

1. Wat zijn de kenmerken van het zandlandschap voor 1900?
  • Boeren lieten hun vee grazen in het bos, heidevelden en woeste gronden
  • Het vee, vooral schapen, lieten hier mest over
  • Die mest werd vermengd met heideplaggen en bosstrooisel en dit werd verdeeld over de es
  • Bij elkaar gelegen akkers op de hogere zandgronden bij het dorp

Slide 12 - Tekstslide

1. Wat zijn de kenmerken van het zandlandschap voor 1900?



  • Door de eeuwenlange bemesting kwamen deze akkers een tot anderhalve meter hoog te liggen

Slide 13 - Tekstslide

1. Wat zijn de kenmerken van het zandlandschap voor 1900?
  • Op de zandgronden was de akkerbouw afhankelijk van de mestproductie van de veehouderij


  • De lager geleden graslanden bij de beken waren te nat voor akkerbouw
  • Deze werden gebruikt als graslanden, ook wel groenlanden genoemd 

Slide 14 - Tekstslide

2. Welke veranderingen hebben plaatsgevonden in het zandlandschap na 1900 en 1950?
  • Uitvinding van kunstmest


  • Eerst veehouderij nodig voor akkerbouw
  • Na de uitvinding van kunstmest
  • Akkerbouw in dienst van de veeteelt

Slide 15 - Tekstslide

2. Welke veranderingen hebben plaatsgevonden in het zandlandschap na 1900 en 1950?
  • Veel boeren kregen concurrentie uit andere delen van de wereld


  • Boeren gingen over tot schaalvergroting
  • Intensieve veehouderij (bio-industrie)
  • Toenemende intensivering en mechanisatie nodig

Slide 16 - Tekstslide

Wat zouden de gevolgen hiervan zijn voor het landschap?

Slide 17 - Open vraag

3. Wat waren de gevolgen van deze veranderingen voor de inrichting van het zandlandschap?
  • Overal verschenen voedersilo's en stallen
  • Duizenden kippen, runderen en varkens


  • Deze liggen in een strak landschap van eindeloze weilanden, akkers en rechtgetrokken beken, dit maakte de afwatering van regenwater makkelijker

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten werkboek
  • Hoofdstuk 5, paragraaf 3
  • Werkboek bladzijde 40-42
  • Opdracht 1 t/m 5


  • Klaar?
  • Samenvatten basisboeknummers
timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 21 - Open vraag