Boekpresentatie

Boekpresentatie
In periode 2 houd je een boekpresentatie.

In deze les vind je belangrijke begrippen die je in je presentatie terug laat komen.

In Magister vind je bij 'Opdrachten' het beoordelingsformulier.

Veel plezier!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Boekpresentatie
In periode 2 houd je een boekpresentatie.

In deze les vind je belangrijke begrippen die je in je presentatie terug laat komen.

In Magister vind je bij 'Opdrachten' het beoordelingsformulier.

Veel plezier!

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Je vertelt kort waar het boek over gaat.

- Je geeft een duidelijke samenvatting van het boek.
- Je maakt het (belangrijkste) probleem duidelijk.
- Je geeft een kort omschrijving van de gevolgen voor de hoofdpersoon.
- Je legt dit in duidelijke en volledige bewoordingen uit.

Slide 2 - Tekstslide

Keuze boek 
Je vertelt waarom je dit boek hebt uitgekozen.

- Je geeft minimaal twee argumenten
.
- Je geeft inhoudelijke argumenten
(je betrekt daarbij de verhaallijn, het thema, het genre).
- Je noemt voorbeelden uit het boek
.
- Je legt je mening in duidelijke en volledige bewoordingen uit
.

(Dus niet: ik heb de film gezien / mijn moeder raadde het aan / het stond bij ons in de boekenkast).

Slide 3 - Tekstslide

Titelverklaring
- Je legt de titel uit
.
- Je geeft voorbeelden uit het boek
.
- Je legt uit op welke manier(en) je de titel kunt opvatten
.
- Je legt je mening in duidelijke en volledige bewoordingen uit
.

vb.: "De belofte van Pisa"
De hoofdpersoon belooft zijn broer om zijn vwo-diploma te halen, terwijl ze een ijsje eten bij ijssalon Pisa.

Slide 4 - Tekstslide

Titelverklaring
vb.: Soldaten huilen niet

Het boek heet ‘Soldaten huilen niet’, omdat Julian tegen Quentin had gezegd dat dat een goede titel voor een boek zou zijn. Dit zei hij toen hij tegen Quentin had gezegd dat hij naar de burgeroorlog in Spanje wou. Zijn familie mocht hier niet verdrietig over zijn. (Letterlijk)

Naast het vermelden van de titel in het boek zijn veel mensen ook de mening toegedaan dat echte vechters niet mogen huilen, hoe zwaar de dingen ook zijn die ze meemaken.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijving hoofdpersoon
- Je geeft een duidelijke omschrijving van de hoofdpersoon.

- Je noemt drie karaktereigenschappen van de hoofdpersoon.
vb.: sociaal, lui en behulpzaam.

- Je legt de karaktereigenschappen uit met behulp van voorbeelden uit het boek.
De hoofdpersoon is sociaal, want ze heeft veel vriendinnen om haar heen. 

- Je legt dit in duidelijke en volledige bewoordingen uit.


Slide 6 - Tekstslide

Thema
Het thema van je boek is het hoofdonderwerp dat als het ware door je hele verhaal heen loopt. Het is waar alles in je boek om draait.

 Sommige boeken hebben meerdere thema’s die met elkaar verweven zijn of in het verlengde van elkaar liggen.

Slide 7 - Tekstslide

Thema
- Je benoemt het (belangrijkste) thema uit het boek.
Let op: een boek kan meerdere thema's hebben!
vb.: vriendschap - seksualiteit - pesten - discriminatie - gelijkheid - cultuur - religie - oorlog 

- Je kunt het thema koppelen aan een maatschappelijk en persoonlijk probleem.
vb.: Je hebt zelf wel eens discriminatie ondervonden. | Je bent een vriend kwijtgeraakt. | Je praktiseert een geloof, maar je omgeving niet.

- Je koppelt het thema aan de verhaallijn.
- Je legt dit in duidelijke en volledige bewoordingen uit.

Slide 8 - Tekstslide

Mening
- Je geeft je mening over het boek.
- Je maakt gebruik van twee beoordelingswoorden.
vb.: realistisch - grappig - spannend - langdradig - voorspelbaar - kinderachtig - modern

- Je geeft voorbeelden uit het boek bij je uitleg.
vb.: Ik vind het een realistisch boek, omdat het probleem van de hoofdpersoon mij ook zou kunnen overkomen en de manier waarop hij ermee omgaat, vind ik logisch.

- Je kunt in duidelijke en volledige bewoordingen uitleggen waarom je dit vindt.


Slide 9 - Tekstslide

Voordracht
- Je legt uit waarom je voor dit fragment gekozen hebt
.
- Je leidt het fragment in, zodat helder is waar je in het boek bent
.
- Het fragment wekt spanning op
.
- Het fragment wekt nieuwsgierigheid op
.
- Het leestempo / intonatie is passend bij het fragment
.
vb.: Bij een spannend fragment laat je misschien vaker een pauze vallen en wissel je af met langzaam en snel voorlezen.



Slide 10 - Tekstslide

Presentatie
- Je maakt gebruik van het bord ter ondersteuning van je presentatie.
 
- Je gebruikt steekwoorden.

- Je hebt afbeeldingen toegevoegd.

- Je presentatie is aantrekkelijk en verzorgd.

Slide 11 - Tekstslide

Boek periode 2
In periode 2 lezen we klassikaal het boek
Neem nooit een beste vriend, geschreven door Erna Sassen.

Dit boek kun je online lenen of uit de bieb.

Vrijdag starten we met lezen!

Slide 12 - Tekstslide