49 - 1VMA - Grammatica

Nog geen plattegrond, 
is vandaag nog niet nodig,
volgt vrijdag!



Planning van het eerste uur:

  • Dagopening
  • Boekpresentaties Jurgen en Norah 
  • Woordjes overhoren

Planning van het tweede uur
  • Grammatica 

Aan het einde van deze les
  • heb ik geoefend met de woordjes van hoofdstuk 4; 
  • kan ik het bijvoeglijk naamwoord benoemen;
  • kan ik het voorzetsel benoemen. 
WELKOM 1A :)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nog geen plattegrond, 
is vandaag nog niet nodig,
volgt vrijdag!



Planning van het eerste uur:

  • Dagopening
  • Boekpresentaties Jurgen en Norah 
  • Woordjes overhoren

Planning van het tweede uur
  • Grammatica 

Aan het einde van deze les
  • heb ik geoefend met de woordjes van hoofdstuk 4; 
  • kan ik het bijvoeglijk naamwoord benoemen;
  • kan ik het voorzetsel benoemen. 
WELKOM 1A :)

Slide 1 - Tekstslide

Boekpresentatie
  •  Wees respectvol voor jouw klasgenoot
  • Vul het feedbackformulier in

Slide 2 - Tekstslide

Woordjes overhoren

Slide 3 - Tekstslide

Groepjes
  1. Jort (A), Charlize (B), Nikki (C)
  2. Elon (A), Noa (B), Zara (C)
  3. David (A), Femke (B), Rachel (C)
  4. Hidde (A), Norah (B), Dyonne (C)
  5. Oscar (A), Jedidjah (B), Eline (C)
  6. Joas (A), Megan (B), Esmee (C)
  7. Jurgen (A), Sharwijnie (B), Lara (C)

Slide 4 - Tekstslide

                   Samenwerken
timer
0:25
Wat
Maak een duidelijk overzicht van de drie soorten woorden op een groot blad.
Hoe
In groepjes, in twee rondes
Hulp
Help elkaar, ik loop rond om vragen te beantwoorden
Tijd
25 minuten
Uitkomst
Ik vraag drie leerlingen het blad van hun groepje te presenteren.  
Klaar
Vraag aan mij of jullie werk klopt. 
Ronde 1

A          A

A          A

Vul het vragenblad in met behulp van het lesboek. Jullie werken samen maar iedereen vult het blad in. 
Ronde 2

A             B
        
        C


Maak samen een presentatie 
op een groot vel. 
A Groepsleider (bepaalt hoe het gebeurt) 
B Schrijver (schrijft op het blad
C Planner/tijdsbewaker (houdt tijd bij en zorgt dat alles op tijd af is) 
A Zelfstandig naamwoord
B Bijvoeglijk naamwoord
C Voorzetsel

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
- Is een woord voor een mens, dier, ding, plant, naam, begrip 
leerling, fiets, Maartje, liefde, regen 

- Je kan meestal:

      - zelfstandig naamwoorden in het meervoud zetten boek-boeken
       - zelfstandig naamwoorden verkleinen tulp-tulpje 
       - een lidwoord voor een zelfstandig naamwoord zetten het mooie               
          Rotterdam

Slide 6 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
De groene pen.
De pen is groen

- zegt iets over zelfstandig naamwoord
- geeft extra informatie over zelfstandig naamwoord 

- staat vaak voor het zelfstandig naamwoord, maar kan er ook achter staan




Slide 7 - Tekstslide

Voorzetsel
- staat nooit alleen, het hoort bij één of meer andere woorden
-  kan altijd voor 'de kast' of  'de vakantie'

Slide 8 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
5:00
Wat
Maak opdracht 1, 4 t/m 6, 9 t/m 11 van 4.7 Grammatica 
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
Tijd
Tot het einde van de les. 
Uitkomst
Deze opdrachten zijn huiswerk.
Klaar
Maak opdracht 14

Slide 9 - Tekstslide

Samenvatting van de les
Jij
  • hebt geoefend met de woordjes van hoofdstuk 4;
  • kan het bijvoeglijk naamwoord benoemen;
  • kan het voorzetsel benoemen. 

Huiswerk 
Maak opdracht 1, 4 t/m 6, 9 t/m 11 van 4.7 Grammatica

GEBED

Slide 10 - Tekstslide

Doen:
- groepjes maken
- plattegrond maken 
- materialen verzamelen 
- uitlegslides maken 
- quizziz maken 

Slide 11 - Tekstslide

Ik zit hier, dus:
- ik doe mee met de les;
- ik ben stil tijdens de uitleg en mijn aandacht is bij wat de docent vertelt;
- ik zit recht en kijk naar de docent;
- tijdens het werken ben ik in stilte bezig met mijn taak; 
- als ik een vraag heb, steek ik mijn vinger op. 

Als ik hier niet voor kies, dan: 
- ga ik alleen op de gang werken en blijf ik aan het einde van de dag na

Slide 12 - Tekstslide