Hoofdstuk 4: Balie, representatie en communicatie Tessa
Hoofdstuk 4: Balie, representatie en communicatie
Startopdracht:
Pak je boek, start begrippenlijst hoofdstuk 4!
Planning:
Helpen open dag?
Uitleg hoofdstuk 4
Opdrachten maken
Classroom opdracht
Rollenspellen
*Morgen hoofdstuk 3 afmaken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4
In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 4: Balie, representatie en communicatie
Startopdracht:
Pak je boek, start begrippenlijst hoofdstuk 4!
Planning:
Helpen open dag?
Uitleg hoofdstuk 4
Opdrachten maken
Classroom opdracht
Rollenspellen
*Morgen hoofdstuk 3 afmaken
Slide 1 - Tekstslide
Doelstellingen van de vorige lessen:
Na deze les weet je meer over:
de functie van textiel;
waar textiel van gemaakt is;
sorteren van wasgoed;
behandeling van wasgoed;
opruimen van wasgoed;
ergonomisch werken;
milieubewust werken.
Slide 2 - Tekstslide
Doelstellingen
Aan het einde van deze les weet je meer over:
belang van een verzorgd uiterlijk;
wat persoonlijke hygiëne is;
je representatief opstellen;
wat verbale en non-verbale communicatie is.
Slide 3 - Tekstslide
Lees de inleiding (blz. 137)
Slide 4 - Tekstslide
Uiterlijke verzorging
Welke kleding kan je wel aan? Welke kleding niet?
Waar moet je op letten bij lichamelijke verzorging?
Wat wil je uitstralen?
Representatief
Slide 5 - Tekstslide
Communicatie
Communicatie gaat over het overbrengen van informatie.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is verbaal & non-verbaal????????????
Slide 7 - Tekstslide
Wat is verbaal & non-verbaal
Non-verbale communicatie is communiceren zonder taal te gebruiken. Je communiceert bijvoorbeeld met je houding, kleding en met oogcontact.
Verbale communicatie is communicatie met taal.
Slide 8 - Tekstslide
Wat communiceren de personen op onderstaande foto’s?
Slide 9 - Tekstslide
Luisteren
Basisvaardigheden van actief luisteren zijn:
Kijk de bezoeker aan.
Stel vragen om de bezoeker beter te begrijpen.
Geef een korte samenvatting van wat je gehoord hebt om te controleren of je het goed hebt begrepen.
Laat de bezoeker uitpraten
Slide 10 - Tekstslide
Open en gesloten vragen
Open vragen zijn vragen waarop jezelf een antwoord kunt geven.
Gesloten vraag is vaak een vraag waar je alleen ja of nee op kunt antwoorden.
In welke spreekwolkjes staan gesloten vragen?
Was je gisteren op de kermis of in de bioscoop?
Hoe was je vakantie in Griekenland?
Hou je van honden of van katten?
Wat heb je van het weekend gedaan?
Slide 11 - Tekstslide
Taalgebruik - Informele en formele taal
Informele taal is taal die je dagelijks gebruikt. Je hoeft je niet aan allerlei regels te houden, het is vaak taal die je gebruikt onder vrienden of bekenden.
Formele taal is taal volgens de regels, het is ‘zakelijke taal’. Je gebruikt formele taal in een zakelijk gesprek. Je moet je hierbij aan regels of afspraken houden.
Geef een voorbeeld van een informeel gesprek en een formeel gesprek.
Slide 12 - Tekstslide
Omgangsvormen
Bij ontvangst aan een balie let je op:
Begroet mensen netjes.
Maak oogcontact.
Geef je een hand, doe dit met je rechterhand.
Stel je zelf eventueel voor.
Houd de deur voor de bezoeker open.
Vraag waarvoor de bezoeker komt.
Begeleid de bezoeker naar de juiste plek.
Help de bezoeker eventueel uit de jas en hang die op de kapstok.
Bied de bezoeker eventueel iets te drinken aan.
Pas je taalgebruik aan.
Slide 13 - Tekstslide
Omgangsvormen
Bij een gesprek aan de balie let je op:
Zorg voor oogcontact tijdens een gesprek.
Luister goed naar de klant.
Zit of sta rechtop, ga niet hangen of leunen.
Sta niet te dicht bij een klant.
Zorg ervoor dat het gesprek niet stilvalt.
Rond een gesprek netjes af.
Bij het afscheid let je op:
Geef bij afscheid de rechterhand.
Laat de persoon uit, loop bijvoorbeeld mee naar de deur.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.