2V: la négation

La négation
2V
Grandes Lignes - chapitre 5 - grammaire D
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

La négation
2V
Grandes Lignes - chapitre 5 - grammaire D

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Maak deze zin ontkennend met (ne/n'...pas): La fille danse avec son ami.

Slide 3 - Open vraag

Maak deze zin ontkennend met (ne/n'...pas): La fille a dansé avec son ami.

Slide 4 - Open vraag

Maak deze zin ontkennend met (ne/n'...pas): La fille veut danser avec son ami.

Slide 5 - Open vraag

Plaats van 'ne' /'n'  en 'pas'
De plaats van 'ne' / 'n'  is vóór de persoonvorm, ook als er meer dan  1 werkwoordsvorm in de zin staat.
De plaats van 'pas' is achter de persoonsvorm, ook als er meer dan 1 werkwoordsvorm in de zin staat.


Slide 6 - Tekstslide

Welke zin is NIET goed?
A
Ils n'ont pas écouté le CD dans leur chambre.
B
Ils ne vont écouter pas le CD dans leur chambre.
C
Ils n'aiment pas écouter le CD dans leur chambre.
D
Ils n'écoutent pas le CD dans leur chambre.

Slide 7 - Quizvraag

Welke ontkenningen ken je
in het Frans???

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Welke zin is NIET goed?
A
Ma soeur ne mange jamais de tomates.
B
Ma soeur n'aime pas les tomates.
C
Elle n'est pas une fille.
D
Mon copain n'achète plus des pommes.

Slide 10 - Quizvraag

Let op:
Na een ontkenning verandert un, une en des  in:
de / d'

Behalve na een vorm van être.

bv:  Il  a un chien --> Il n'a pas de chien.
C'est un chien --> Ce n'est pas un chien.

Slide 11 - Tekstslide

Welke zin is NIET goed?

Tekst
A
Ils ne sont pas des amis!
B
Je n'ai jamais de devoirs.
C
Je n'aime plus de macarons.
D
Elle ne lit pas un livre.

Slide 12 - Quizvraag

Maar waarom is "Je n'aime plus de macarons." dan fout? 

Ja, na de ontkenning veranderen 
un, une en des in de of d', maar na 
de werkwoorden 'aimer', 'adorer', 
'détester' en 'préférer' schrijf je 
altijd een bepaald lidwoord (le, la, 
l' of les). Ook na de ontkenning!

Dus: Je n'aime plus les macarons.

Slide 13 - Tekstslide

Nieuwe vormen van de ontkenning

Slide 14 - Tekstslide

ne...pas du tout = helemaal niet/geen

Je déteste les cours d'anglais.
Ik heb een hekel aan de lessen Engels.

Je ne déteste pas du tout  les cours d'anglais.
Ik heb helemaal geen hekel aan de lessen Engels. 

Slide 15 - Tekstslide

ne...pas non plus = ook niet/geen

Je connais ce professeur.
Ik ken die docent.

Je ne connais pas non plus  ce professeur.
Ik ken die docent ook niet. 

Slide 16 - Tekstslide

ne...plus jamais = nooit meer

Ik ga naar Oostenrijk.
Je vais en Autriche.

Je ne vais plus jamais  en Autriche.
Ik ga nooit meer naar Oostenrijk. 

Slide 17 - Tekstslide

Ne... plus jamais
Nooit
helemaal niet
nog niet
niet meer
niet/geen
nooit meer
Ook niet, ook geen
Ne ... pas non plus
Ne ... Plus
Ne ... Pas encore
ne... pas du tout
Ne ... Pas
Ne ... Jamais

Slide 18 - Sleepvraag

Ne ... que

slechts / alleen maar


Dit is eigenlijk geen ontkenning, maar bestaat uit wel uit ne ... + een tweede deel

Je n'ai que trois amis = J'ai seulement trois amis

Slide 19 - Tekstslide

Ne...aucun(e) = geen enkel(e)
Lara heeft slechte cijfers.
Lara a de mauvaises notes. 

Lara heeft geen enkel slecht cijfer.
Lara n'a aucune mauvaise note.

Kijk goed of je lijdend voorwerp niet toevallig vrouwelijk is, want dan krijgt aucun een extra -e

Slide 20 - Tekstslide

rien ne  = niets
Als niets onderwerp is dan vertaal je dat met rien ne.

Niets is eenvoudig.
Rien n'est simple.

Ne...rien = niets
Als niets lijdend voorwerp is, dan vertaal je dat met ne...rien.
Zij begrijpt niets.
Elle ne comprend rien.

ATTENTION!
Le contraire de "tout" = "ne...rien"
le contraire de "quelque chose"(iets) = "ne ..rien"

Slide 21 - Tekstslide

personne ne  = niemand
Als niemand onderwerp is dan vertaal je dat met personne ne.

Niemand kan komen.
Personne ne peut venir.

Ne...personne = niemand
Als niemand lijdend voorwerp is, dan vertaal je dat met ne ...personne.
Hij beoordeelt niemand.
Il ne juge personne

Ne komt voor de persoonsvorm, maar personne komt achter het hele gezegde (achter alle w.w.)

Je n'ai vu personne
Ik heb niemand gezien.

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de juiste vertaling?
Il n'a trouvé qu'une solution.
A
Hij heeft geen oplossing gevonden.
B
Hij heeft maar één oplossing gevonden.
C
Hij heeft niets gevonden.
D
geen vertaling is goed

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling?
Ik wil niemand zien.
A
Personne ne je veux voir.
B
Je veux ne personne voir.
C
Je ne veux voir personne.
D
Je ne veux personne voir.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling?
Ik heb niemand gezien.
A
Je n'ai pas vu personne.
B
Je n'ai personne vu.
C
Personne ne j'ai vu.
D
Je n'ai vu personne.

Slide 25 - Quizvraag

Maak de zin ontkennend:
Je vois quelqu'un (=Ik zie iemand.)

A
Je vois quelqu'un personne.
B
Je ne vois personne quelqu'un .
C
Je ne vois personne.
D
Je ne vois pas personne.

Slide 26 - Quizvraag