In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom v4ta!
Slide 1 - Tekstslide
Programma
10 minuten lezen
Wat is er blijven hangen van vorige les?
Literatuur 7: Verlies (klank en ritme)
Afsluiting en vooruitblik
Slide 2 - Tekstslide
10 minuten lezen
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een versregel en een zin? Gebruik in je antwoord het begrip enjambement.
Slide 4 - Open vraag
Noem een dichtvorm waarbij het aantal strofen en versregels vastligt.
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Video
Een gedicht zou je eigenlijk hardop moeten lezen. Waarom denk je?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Video
Welke klanken vallen je op in het voorgedragen gedicht 'De blauwbilgorgel' van Cees Buddingh'?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Lees het couplet van 'Dagen vliegen voorbij' van rapper Lijpe op pagina 146 van je boek. Wijs van de volgende soorten rijm telkens een voorbeeld aan uit dit couplet: volrijm, eindrijm, assonantie en rijk rijm. Tip: kijk op pagina 154-155 van je boek voor een overzicht van alle rijmsoorten.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Video
01:35
Wat voegen klank en ritme voor jou toe aan de letterlijke tekst van de rap nu je 'Dagen vliegen voorbij' hebt beluisterd?
Slide 13 - Open vraag
Rijmschema =
een schematische weergave van de volgorde waarin eindrijm voorkomt, aangegeven met letters.
Slide 14 - Tekstslide
Bekijk de drie gedichten op pagina 146 van je boek. Schrijf van elk gedicht het rijmschema op. Schrijf eveneens de naam van het rijmschema op.
Slide 15 - Open vraag
Metrum =
het ritme in een gedicht.
Goede dichters denken aan het metrum.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
00:45
We luisteren het gedicht 'Blues on Tuesday' nu nog een keer. In het gedicht zit een duidelijk metrum, maar op drie plaatsen wijkt het metrum af. Waar?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Video
Ter afsluiting. Noem twee soorten rijm die je geleerd hebt in deze les en geef bij elk van deze soorten rijm een voorbeeld.
Slide 21 - Open vraag
01:20
We luisteren een deel van het gedicht 'Ademgebed' van Martijn Teerlinck nogmaals. In dit gedicht wordt heel duidelijk gebruik gemaakt van klank. Vooral van associatie met klank, bijvoorbeeld rijdt en tijd. Kun je nog twee voorbeelden aanwijzen?
Slide 22 - Open vraag
Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: dinsdag 5 december
Huiswerk: -
Meenemen: handboek, laptop en leesboek
Programma: beeldspraak aan de hand van gedichten over opgroeien (Literatuur 8)