Lijdvw/Meewvw

Je donne la fleur à ma mére
Je donne = de basis = ik geef
direct eraanvast la fleur= de bloem
Indirect eraanvast (via voorzetsel "à") à ma mére= aan mijn moeder
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Je donne la fleur à ma mére
Je donne = de basis = ik geef
direct eraanvast la fleur= de bloem
Indirect eraanvast (via voorzetsel "à") à ma mére= aan mijn moeder

Slide 1 - Tekstslide

je donne le cadeau
le cadeau is het cod (completement DIRECT)
Directe aanvulling (geen voorzetsel)
cod = lijdend voorwerp in NL

Slide 2 - Tekstslide

het lijdendvoorwerp vervang je met:
le = m
la = vr
les = mv

Slide 3 - Tekstslide

je donne le cadeau=je le donne
je donne la fleur= je la donne
nous donnons les fleurs= nous les donnons

Slide 4 - Tekstslide

je donne le cadeau à ma soeur
basis= je donne = à ma soeur is COI =  Completement indirect
De aanvuling bij het werkwoord verloopt via tussenstap van voorzetsel dus INdirect, dit is in NL een meewerkend vw

Slide 5 - Tekstslide

Je parle aux élèves (a+les=aux)
basis = parler à (via voorzetsel)

aux élèves (tegen de leerlingen)
meew.vw (zijn ook altijd personen !)

Slide 6 - Tekstslide

Vous parlez à ma mère
meew.vw vervang je door:
lui = enk
leur = meervoud

Slide 7 - Tekstslide

j'écris une lettre à mon copain
je l'écris (l'= la = het= lijdvw)
Je lui écris (lui = hem = meewvw)
Beiden vervangen kan ook !!
Je la lui écris

Slide 8 - Tekstslide

Vervang het lijdvw en meewvw
Tu donnes le livre à la prof de francais?
(dus geef jij het haar?)

Slide 9 - Open vraag

Tu as écrit un mail à ton ami
Tu...…..as écrit à ton ami
A
l'
B
les
C
lui
D
leur

Slide 10 - Quizvraag

Il donne son ordinateur à son voisin
Il……….donne son ordinateur
A
le
B
la
C
lui
D
leur

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide