Verkooptrechter, verkoop, proces
1 / 16
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat wordt bedoeld met een 'suspect' in de verkooptrechter?
A
Een klant die al een aankoop heeft gedaan.
B
Iemand die interesse toont in jouw product.
C
Een mogelijke klant binnen jouw doelgroep
D
Een klant die een negatieve recensie heeft achtergelaten.
Slide 2 - Quizvraag
Wanneer verandert een 'suspect' in een 'lead'?
A
Wanneer de mogelijke klant een offerte aanvraagt
B
Wanneer een klant een factuur betaalt
C
Wanneer de klant een aankoop doet.
D
Wanneer er contact tot stand is gekomen en interesse wordt getoond
Slide 3 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met een 'hot prospect'?
A
Een klant die al een aankoop heeft gedaan.
B
Een prospect met een grote kans om klant te worden.
C
Een mogelijke klant zonder duidelijke interesse
D
Een klant die overstapt naar een concurrent.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het doel van goede aftersales?
A
Het verhogen van de omzet bij nieuwe klanten.
B
Het veranderen van prospects in leads.
C
Het creëren van trouwe klanten en ambassadeurs.
D
Het vermijden van klachten over producten.
Slide 5 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met de 80/20-regel in de klantenpiramide?
A
80% van de klanten koopt 20% van de producten.
B
20% van de klanten vraagt om aftersales ondersteuning.
C
80% van de klanten zijn hot prospects.
D
20% van de klanten zorgt voor 80% van de omzet en winst.
Slide 6 - Quizvraag
Leg in je eigen woorden uit waarom het belangrijk is om leads te kwalificeren voordat je verder investeert in het verkoopproces.
Slide 7 - Open vraag
Hoe kun je ervoor zorgen dat bestaande klanten trouwe klanten worden en zelfs ambassadeurs van jouw bedrijf? Noem minimaal twee strategieën.
