• als je daarmee onduidelijkheid kunt vermijden:
– De medewerker die door de directeur was rondgeleid, leek sprekend op Jan Smit.
In de bedrijvende vorm is hier niet duidelijk wie er rondgeleid is, de medewerker of de directeur. Kijk maar:
– De medewerker die de directeur had rondgeleid, leek op Jan Smit.